Voor het derde jaar op rij is India absolute koploper
Tientallen landen sloten in 2020 internettoegang af voor hun bevolking
07 maart 2021
Vorig jaar hebben net geen dertig landen samen minstens 155 keer de toegang tot het internet afgesloten of beperkt. Het belette miljoenen mensen om te werken, te studeren of te communiceren.
Een man kijkt op zijn smartphone in Ganesh Peth, India, februari 2015.
Adam Cohn (CC BY-NC-ND 2.0)
De cijfers zijn afkomstig van een rapport van de ngo Access Now. Dat brengt de pogingen van overheden in kaart om de toegang tot het internet te beperken. Het rapport lijst 29 landen op, vooral in Azië, Afrika en het Midden-Oosten.
Opvallend: het bestrijden van “nepnieuws” of “illegale inhoud” is een belangrijke rechtvaardiging geworden.
Het rapport telt wereldwijd 28 volledige onderbrekingen, waarbij de overheid zowel breedband-internet als de mobiele datanetwerken heeft uitgeschakeld. Maar in de meeste gevallen (73 procent) werden enkel mobiele datanetwerken afgesloten.
Voor het derde jaar op rij is India absolute koploper, met minstens 109 onderbrekingen – goed voor 70 procent van het totaal van 155 pogingen in 2020. Jemen volgt op de tweede plaats met 6 onderbrekingen, Ethiopië op de derde met 4. In Europa registreerde het rapport onderbrekingen in Belarus en Azerbeidzjan.
Mensenrechten
In minstens 17 gevallen werd het internet afgesloten om mensenrechtenschendingen toe te dekken, onder meer tegen demonstranten in Belarus en in de regio Tigray in Ethiopië, waar een onbekend aantal mensen is omgekomen bij burgerlijke onrust.
Opvallend: het bestrijden van “nepnieuws” of “illegale inhoud” is een belangrijke rechtvaardiging geworden voor regeringen om hun burgers de toegang tot het internet te ontzeggen. Het rapport noemt onder meer incidenten in India, Ethiopië en Vietnam.
Maar er zijn ook voorbeelden van hoe burgers hun overheid met succes voor de rechtbank hebben gedaagd. Dat was onder meer het geval in Indonesië en Togo, waar onderbrekingen in 2017 en 2019 als onwettig werden beschouwd.
Het rapport lijst volgende landen op: Burundi, Tsjaad, Ethiopië, Guinee, Kenia, Mali, Soedan, Tanzania, Togo en Oeganda in Afrika. Bangladesh, Kirgizië, India, Myanmar, Pakistan en Vietnam in Azië. Cuba, Ecuador en Venezuela in Latijns-Amerika. Belarus en Azerbeidzjan in Europa, en Algerije, Egypte, Iran, Irak, Jordanië, Syrië, Turkije en Jemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.