Toenadering Oost en West-Europa gaat traag
Zoltán Dujisin
30 december 2007
Ideologische kwesties, corruptie en populisme beheersen de politieke cultuur in de Tsjechische Republiek, Hongarije, Slowakije en Polen. De nieuwe EU-landen beloven economische hervormingen en verbetering van de levensstandaard om de kloof met het Westen te dichten.
De integratie van de vier Centraal-Oost-Europese (CEE) lidstaten van Europese Unie (EU) schrijdt voort. Deze maand traden de landen toe tot het Schengengebied, een regio waartoe inmiddels 24 landen behoren. Het Schengen-akkoord maakt vrij reizen mogelijk en met de toetreding is een nieuwe stap gezet om de CEE-landen dichter bij de ‘oude’ EU te brengen.
“Dit brengt het oude en nieuwe Europa wellicht dichter bij elkaar, maar het kan ook de kloof vergroten als de illegale immigratie toeneemt”, zegt Tomas Weiss, onderzoeker aan het Institute of International Relations in Praag. “De grootste uitdaging komt voor deze landen van binnenuit: het zorgen voor economische hervormingen en stabiele regeringen.”
De verkiezing van liberaal Donald Tusk als premier van Polen in oktober, werd voorafgegaan door diverse corruptieschandalen. De verkiezingsstrijd werd gepresenteerd als een gevecht tussen liberalen en conservatieven, individualisme tegenover solidariteit.
Tusk moest zijn typisch liberale retoriek intomen en won de verkiezingen door te beloven dat zijn liberalisme een sterke sociale dimensie heeft. De nieuwe regering in Polen geniet het vertrouwen van het publiek en de verwachtingen zijn hoog. De nieuwe bestuurders van het land zullen echter ook weinig populaire maatregelen moeten nemen om het begrotingstekort weg te werken.
Nationalisme
In Slowakije leidde teleurstelling over de vrijemarkthervormingen van het rechtse kabinet ertoe dat het volk steun betuigde aan sociaal-democraat Robert Fico en zijn beleid dat gebaseerd is op solidariteit.
Fico is ongekend populair en Slowakije lijkt goed op weg om aan de criteria van Brussel te kunnen voldoen, waardoor in 2009 de euro ingevoerd zou kunnen worden als munteenheid. Slowakije zou in dat geval het eerste CEE-land zijn dat de felbegeerde munt introduceert.
Slowakije’s ongebruikelijke regeringscoalitie van sociaal-democraten met populistische en nationalistische extreem-rechtse krachten, leidt echter tot internationale afkeuring.
Een reeks aanvallen op Hongaren en andere buitenlanders, deed Boedapest ertoe besluiten om de diplomatieke druk op Fico op te voeren om te breken met de openlijk anti-Hongaarse coalitiepartner, de Slowaakse Nationale Partij (SNS). Slowakije heeft een grote Hongaarse minderheid, die 10 procent van de bevolking van vijf miljoen uitmaakt.
Onrust in Hongarije
Vrijemarkthervormingen zorgen ook in Hongarije voor onrust, maar daar worden ze geïnitieerd door de socialistisch-liberale regering. De economische stagnatie en prijsstijgingen maakten de socialistische premier Ferenc Gyurcsány bijzonder impopulair in een land dat toch al weinig op heeft met politici.
In de herfst van 2006 braken rellen uit in Boedapest, nadat de premier had toegegeven te hebben gelogen over de economische situatie in het land. Sindsdien zijn er geregeld protesten van aanhangers van de oppositie.
De Tsjechen zijn bezig een economisch programma uit te voeren dat de sterkste welvaartsstaat in de regio verzwakt. Maar de neoliberalen worden enigszins ingetoomd door hun conservatieve en groene coalitiepartners.
De meeste Tsjechen hebben weinig vertrouwen in de politiek, die zich de afgelopen jaren kenmerkte door corruptieschandalen en uitingen van racisme ten opzichte van de Roma-bevolkingsgroep door sommige politici.
Klimaatverandering
De onenigheid en ontevreden binnen de coalitie, die slechts een kleine meerderheid in het parlement heeft en weinig publieke steun, zou in vervroegde verkiezingen kunnen uitmonden. Voordat er echter parlementsverkiezingen kunnen plaatsvinden, zal president Vaclav Klaus de strijd aangaan voor een nieuw presidentieel mandaat.
Klaus is in het buitenland controversieel vanwege zijn sceptische uitlatingen over de klimaatverandering en Europese integratie. In Tsjechië is hij echter redelijk populair. Zijn belangrijkste uitdager in de race om het presidentschap is Jan Svejnar, een liberale econoom.