Toeristen lopen Japans natuurschoon plat

Nieuws

Toeristen lopen Japans natuurschoon plat

Suvendrini Kakuchi

18 augustus 2006

Het Japanse schiereiland Shiratoko is gezegend met uitgestrekte bossen, meren en wilde dieren, en sinds vorig jaar ook met een plaats op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Maar dat laatste heeft het natuurgebied geen goed gedaan: sinds de erkenning wordt het overspoeld door toeristen en kijkt het tegen een milieucrisis aan.

“Jaarlijks ontvangen we zo’n 2,5 miljoen toeristen per jaar. Deze zomer zien we een toename van het aantal toeristen met tien procent. Een toename die volgens ons het gevolg is van de nieuwe internationale status van Shiratoko. Het gebied stikt onder auto’s, afval en mensen, en die berokkenen de natuur ernstig schade”, zegt Hirostubu Masumoto, een toerismeverantwoordelijke in de gemeente Hokkaido.

Maar volgens Masumoto is er nog een reden voor de beschadiging van het natuurpark: er is ook het schrijnende gebrek aan een dwingende wetgeving voor de nationale parken. “De situatie in Shiratoko illustreert een belangrijk dilemma in Japan: waar ligt het evenwicht tussen het economisch belang van het toerisme, en de bescherming van het milieu in de populaire bestemmingen?”

Ook elders in Japan zijn er problemen met natuurparken die de Unesco heeft erkend als werelderfgoed. Op het eiland Yakushima, in het zuiden van Japan, is het toerisme verdubbeld sinds het eiland in 1993 erkenning kreeg.

Yakushima staat bekend om zijn ceder die naar schatting 7.400 jaar oud is. Maar vandaag hebben parkwachters alle moeite van de wereld om de schade aan het delicate ecosysteem te beperken: de grote meute toeristen vertrappelt de mossen en de begroeiing die zo belangrijk is omdat ze voedingsstoffen vasthoudt.

“Natuur is het belangrijkste toerismethema geworden nu de Japanse bevolking veroudert en rijk genoeg is om de beroemde natuurgebieden te bezoeken. Japan moet dringend een regelgeving van ‘wijs gebruik’ aannemen dat natuurbeheer een plaats geeft in het toerisme”, zegt Hisashi Okura, een medewerker van het Japanse World Wildlife Fund (WWF).

Volgens Okura wordt toerisme voor de kleine dorpen steeds belangrijker omdat de inwonersaantallen afnemen en daardoor ook de economische activiteit. De inkomsten die ze uit toerisme halen worden voor de dorpelingen steeds belangrijker dan de bescherming van het milieu.

Het ministerie van Milieu veranderde in 2003 nochtans de regels voor natuurparken om zo de bezoekersaantallen terug te dringen, maar verantwoordelijken geven toe dat er nog niets gedaan is om die regels afdwingbaar te maken.

“Toeristenaantallen terugdringen is moeilijk omdat de wet over Japanse natuurparken bepaalt dat het beheer van een park goedgekeurd moet worden door alle parkeigenaars”, zegt Mai Yamamoto van het ministerie van Milieu. Nationale parken in Japan zijn eigendom van de overheid, maar ook van private landeigenaars en van lokale gemeenschappen.

Hirostubu Masumoto van natuurpark Shiratoko laat het daar niet bij: “We gaan een leemte in de wet gebruiken die ons toestaat om het aantal bezoekers te controleren. Zo zullen we verdere schade proberen te beperken.” Door deze maatregel, die gepland is voor juli 2007, zullen ze het aantal bezoekers tijdens de weekends of in het hoogseizoen kunnen beperken. Als ze goedgekeurd wordt, maakt de nieuwe wet van Hokkaido de eerste gemeente in Japan die het aantal bezoekers wettelijk beperkt.

Japan heeft 28 nationale parken en 55 quasi-nationale parken. Het Japanse parlement, de Diet, zal naar verwachting in januari een wet over het ecotoerisme aannemen.

Milieuactivisten hekelen Japans rigide systeem dat toerisme belangrijker acht dan natuurbeheer, ondanks enkele harde lessen uit het verleden.

Het moerasgebied Oze in de prefectuur Fukushima, ten westen van Tokio, is verloederd. In het hoogseizoen, als de moeraslanden en de omringende bergen in de herfst goud en rood kleuren, zit Oze stampvol met rugzaktoeristen die uren wachten om de paden door het park te kunnen afwandelen. Maar in 2005 daalde het bezoekersaantal voor het eerst, hoewel nog licht: van 320.000 naar 317.000.