Toeristische pletwals niet meer te stoppen

Nieuws

Toeristische pletwals niet meer te stoppen

Teena Amrit Gill

11 maart 2002

Sinds oktober vorig jaar lijkt Laos onder de voet te worden gelopen door buitenlandse toeristen. Een geheime bestemming is het minst bekende land van Indochina al lang niet meer; volgens officiële cijfers kreeg Laos vorig jaar bijna 1,5 miljoen bezoekers over de vloer. De cultuur van het lange tijd geïsoleerde land dreigt aan die overrompeling ten onder te gaan.

In de Phothisarastraat in het centrum van Luang Prabang kuieren evenveel
toeristen rond als plaatselijke inwoners. Overal lokken restaurants,
bakkerijen en hotels klanten; zelfs aan internetcafés is er geen gebrek.
Luang Prabang was tot 1560 de hoofdstad van het koninkrijk Lan Xang; daarna
verschoof die functie naar Vientiane, de huidige hoofdstad van het land.
Maar met zijn talrijke kloosters en historische monumenten is Luang Prabang
nog altijd het centrum van de Laotiaanse cultuur. In 1995 plaatste de Unecso
de stad op haar lijst van cultureel werelderfgoed, maar het is de vraag of
de aanstormende toeristenmassa’s de stad niet snel tot een openluchtmuseum
zullen omvormen.

Luang Prabang is inmiddels vlot bereikbaar is via de lucht en via
boottochten vanuit het naburige Thailand. Er worden ook nieuwe wegen
aangelegd die nog meer bezoekers kunnen aanvoeren. Die ontwikkelingen maken
deel uit van plannen die voor een groot deel buiten Laos worden gesmeed. In
het Ontwikkelingsplan voor de Subregio van de Mekong en Omgeving, een
initiatief van de Aziatische Ontwikkelingsbank, de Wereld Toerisme
Organisatie (WTO), de Pacific Asia Travel Association (PATA) en de nationale
toerisme-organisaties van de zes Mekonglanden, fungeert de oude koningsstad
als toegangspoort tot een hele reeks andere toeristische bestemmingen die
voor het grootste deel enkel nog in de fantasie van projectontwikkelaars
bestaan.

Op die manier krijgt Laos, een land dat de voorbije decennia nauwelijks aan
buitenlandse invloeden blootstond, opeens af te rekenen met een enorme
bouwwoede op plaatsen die toeristen zouden kunnen lokken, met het afval dat
de reizigersstromen achterlaten en vooral ook met de onvermijdelijke
conflicten tussen de plaatselijke gewoonten en geïmporteerde waarden.

De Unesco, die samen met enkele andere VN-instellingen participeert in het
Ontwikkelingsplan voor de Subregio van de Mekong en Omgeving, is zich ervan
bewust dat de status als werelderfgoed niet alleen voordelen heeft voor
Luang Prabang. Laurent Rampon, de coördinator van een aantal
Unesco-projecten in de stad, geeft toe dat de illegale hotels die overal uit
de grond worden gestampt, het stadsbeeld er niet mooier op maken. Maar het
toerisme is de beste manier om de welvaart van de inwoners van Luang Prabang
te doen toenemen, meent hij. We moeten er alleen voor zorgen dat het
toerisme de plaatselijke bevolking ten goede komt, en dat de inwoners
begrijpen dat de toeristen aangetrokken worden door de schoonheid van de
stad.

De Aziatische Ontwikkelingsbank, de grootste financier achter de
toeristische ontwikkeling van Laos, is niet ongevoelig voor de kritiek die
haar vaak grootschalige projecten oproepen. Goed gepland en beheerd
toerisme kan volgens de Bank direct bijdragen tot armoedebestrijding, de
belangrijkste doelstelling bij leningen aan straatarme landen als Laos. De
Bank zet daarvoor onder meer op ecotoerisme.

Maar de critici van de Aziatische Ontwikkelingsbank zijn niet overtuigd. Al
die aandacht voor duurzaam toerisme is er alleen maar omdat die sector
momenteel de beste groeikansen biedt, zegt Anita Pleumarom van het
Onderzoeks- en Controleteam Toerisme in Bangkok. De belangrijkste
doelstelling is steeds meer bezoekers lokken, en dat valt niet te rijmen met
de kleinschaligheid en de lokale controle die essentieel zijn om van
ecotoerisme te kunnen spreken. Volgens Pleumarom moeten de ecotoeristen
alleen het pad effenen voor de massa’s bezoekers die uiteindelijk de weg
naar Laos zullen vinden. Als investeringen in dergelijke vormen van
massatoerisme al bijdragen tot armoedebestrijding, dan zijn de resultaten
daarvan volgens Pleumarom in elk geval niet duurzaam. De bevolking in de
toeristische gebieden wordt immers aangemoedigd haar zelfvoorzienende
levenswijze en de traditionele inkomensverwervende activiteiten op te geven.
Bovendien vloeit een groot deel van het geld dat toeristen binnenbrengen weg
naar het buitenland of naar de elite in de steden.