Toledo boekt ook magere resultaten in strijd tegen coca
Abraham Lama
19 november 2002
De Peruaanse regering lanceert met de steun van
de Verenigde Staten een plan om boeren die hun cocaplantages met wortel en
tak uitroeien te vergoeden. Dat bevestigt Pedro Morales, kabinetsmedewerker
van de Peruaanse Minister van Landbouw aan IPS. De boeren krijgen zo'n 150
euro voor elke hectare coca die ze vervangen door legale gewassen.
Het nieuwe anticocaprogramma is een uitbreiding van een pilootproject in de
provincie Padre Abad. Zo’n 25 inheemse gezinnen nemen daar deel aan de
vernietiging van zo’n 900 hectare zelf geplante coca, zegt Augusto
Lecussan, een lokale vertegenwoordiger van de Nationale Commissie voor
Ontwikkeling en Leven zonder Drugs (DeVida). Nog eens 200 families van de
Huambisa- en Ashaninka-gemeenschappen hebben ingetekend op het programma,
zegt Morales.
De boeren zullen niet worden vervolgd door de Peruaanse overheid. Die deed
dat tot dusver ook niet - enkel de trafikanten en drugsproducenten werden
aangepakt - maar ze riskeerden wel hun oogst te verliezen. Net als in
Colombia ging het Peruaanse leger de drugteelt de afgelopen jaren immers te
lijf met ontbladeraars. Deze keer doen de politie en het leger niet mee bij
de vernietiging van de gewassen. De boeren die schadeloosstelling willen
ontvangen, moeten de cocaplanten zelf ontwortelen en vervangen door legale
gewassen. Die worden al langer gepromoot, maar het is de eerste keer dat de
boeren rechtstreekse subsidies krijgen van de overheid. De
substitutieprogramma’s kenden weinig succes omdat de cocateelt een veelvoud
opbrengt van gewone gewassen.
Het is echter de vraag of de nieuwe substitutiepremies het verschil zullen
maken. De prijzen voor voedselgewassen zitten op een historisch dieptepunt
als gevolg van een slecht landbouwbeleid en een overaanbod. Gewone
gewassen kunnen niet op tegen coca, benadrukt Roger Rumrill, een
onafhankelijke expert inzake drughandel. Bovendien vrezen vele boeren dat
ze zich de toorn van de drugstrafikanten op de hals halen als ze hun coca
vernietigen. Minstens twee boerenleiders die in het openbaar hun steun
uitspraken voor het nieuwe plan, werden vermoord. De moorden op Maximiliano
Flores Infantes en Mateo Zamalloa, respectievelijk op 16 en 22 oktober,
zijn het werk van huurmoordenaars die werkten in opdrachten van de
trafikanten, zo berichtte het magazine Caretas onlangs.
Het welslagen van het programma is van groot belang voor de regering van
president Alejandro Toledo. Die kondigde in oktober aan dat ze aan het eind
dit jaar minstens 7.000 hectare coca wil vernietigd hebben. Lima zet alles
op alles om het eerste luik van een akkoord uit te voeren dat het met de VS
ondertekende. Als Toledo daar in slaagt, kan het noodlijdende Peru
profiteren van de Amerikaanse Andean Trade Promotion and Drug Eradication Act.
Dit jaar heeft Lima nog geen officiële cijfers vrijgegeven over het aantal
vernietigde plantages, maar volgens cijfers van de Amerikaanse regering
werden er dit jaar nog maar 6.400 hectare vernietigd. Dat is een hoop
minder dan onder Alberto Fujimori (1990-2000). Die slaagde erin Peru weg te
krijgen van de top van de cocaranglijst. Tot 1992 was Peru de wereldleider
inzake cocaproductie met meer dan 120.000 hectare. In 2000 was de
coca-oppervlakte gedaald tot 34.000 hectare. Toledo zal zich moeten reppen
als hij Washington even mooie cijfers wil voorleggen als Fujimori.
Naar schatting 400.000 Peruaanse gezinnen verdienen hun brood met de
cocateelt in Peru. Een deel van de cocabladeren wordt naar aloude traditie
verorberd door het Andesvolk, maar het leeuwendeel wordt verwerkt tot
cocaïne voor de Noord-Amerikaanse markt.