'Twee procent van onze studenten zijn allochtonen'
24 september 2008
Laten de Vlaamse universiteiten de wereld binnensijpelen in onderwijs en onderzoek? MO* vroeg het aan de rectoren van Leuven, Antwerpen, Brussel, Hasselt en Gent. Vandaag hun antwoorden op de vraag: 'Open staan voor de wereld kan je vertalen als drempels verlagen –arbeiderskinderen en allochtonen binnenhalen. Slagen jullie daarin?'.
Paul Van Cauwenberge (UGent): Allochtonen maken nog altijd maar twee procent uit van onze studentenpopulatie, arbeiderskinderen slechts vijf procent. We hebben in dat verband verschillende projecten lopen. Allochtonen die nu al student zijn, gaan nieuwe studenten én ook hun ouders informeren over de zin ervan. Het worden een soort peters, die aan ouders uitleggen dat een hoger onderwijsdiploma tegenwoordig een must is. Maar het gaat traag. Als we naar de cijfers kijken, is het aantal allochtonen de laatste jaren amper toegenomen. Idem dito voor de arbeidersklasse. Dat is een werk van lange adem.
Marc Vervenne (KULeuven): Vorig academiejaar hebben zich 456 “allochtone” Belgen ingeschreven aan de KULeuven, op een totaal van 5179 eerstejaars.Wanneer we die groep beperken tot jongeren uit kansengroepen, dan studeren er bij ons evenveel allochtonen als in Gent. Maar de uitval blijft hoog. Behalve de financiële drempel, die weliswaar gedeeltelijk ondervangen kan worden met studiebeurzen, heerst er in hoofde van allochtone studenten niet zelden een culturele drempel om de stap naar de universiteit te wagen. Op een onbevangen manier over de eigen religieuze overtuiging spreken en hierover in debat gaan met andersdenkenden, is voor hen niet zo vanzelfsprekend. Maar kritisch denken en religie kunnen perfect samengaan. Er is een cultuuromslag nodig, ook bij proffen en studenten. Op veel pragmatischere punten –zoals de huisvesting van allochtone meisjes– is al aardig wat werk verricht. Meisjespeda’s bestaan niet meer, maar er zijn wel woonvleugels ingevoerd uitsluitend voor meisjes.
Alain Verschoren (UA): Het slaagpercentage van allochtone studenten is bedroevend laag in vergelijking met hun autochtone medestudenten. Daar zijn vele redenen voor, die al lang voor de leeftijd van achttien moeten aangepakt worden, al vanaf de kleuterklas. Maar een universiteit kan veel ondernemen om die scheeftrekking recht te trekken, als de Vlaamse overheid tenminste meer middelen geeft. Ik zou bijvoorbeeld graag onze bib’s avonds en in het weekend openstellen. Niet omdat een allochtone student per se veel boeken nodig heeft, maar omdat de bibliotheek een rustige plek is om te studeren. Vaak komen allochtonen uit grote gezinnen waar geen plaats of tijd is voor studie. Die ogenschijnlijke simpele ingreep vereist wel meer bewaking, extra personeel en camerabeveiliging. Al die extra’s kan onze basisfinanciering niet aan.
Luc De Schepper (UHasselt): De Universiteit Hasselt dankt haar onstaan aan de historische ondervertegenwoordiging van Limburgers in het Vlaamse hoger onderwijs. Een Limburger vond om diverse redenen niet de weg naar Brussel, Gent, Leuven of elders, maar sinds Hasselt zijn eigen alma mater heeft, is daar verandering in gekomen. We zijn dus allang met participatie bezig. Het aanmoedingsfonds van minister Vandenbroucke is mooi meegenomen, maar particpatie zat al lang ingebakken in onze begroting. In de studierichtingen die wij aanbieden, is de participatie even goed of zelfs beter dan in de rest van Vlaanderen. Hoewel: als je allochtonen beschouwt als mensen van Turkse of Marokkaanse komaf, hebben we ook niet meer dan zeven procent allochtonen in onze aula’s. Maar allochtoon in Limburg is een heel breed begrip. Steden als Genk en Beringen hebben bijvoorbeeld een heel grote Italiaanse gemeenschap, die ook moeilijk doorstromen naar het hoger onderwijs.