Uganda rekent op Congo voor genadeslag LRA
Joyce Mulama
10 april 2006
Uganda heeft zijn buurland Congo opgeroepen om de resterende rebellen van het Verzetsleger van de Heer (LRA) in het nauw te drijven. Het LRA lijkt sterk verzwakt. De aanvallen tegen burgers in Noord-Uganda zijn merkbaar teruggelopen.
Het LRA, een Ugandese rebellengroep die het al bijna twintig jaar opneemt tegen de regering van de Ugandese president Yoweri Museveni, is in moeilijkheden geraakt door de vrede in Zuid-Sudan. De Sudanese regering in Khartoem had het LRA altijd de hand boven het hoofd gehouden omdat ze Uganda ervan verdacht de Zuid-Sudanese afscheidingsbeweging SPLM te steunen. Maar begin vorig jaar ondertekenden Khartoem en de SPLM een vredesakkoord, waardoor de Zuid-Sudanese rebellen deel gingen uitmaken van de Sudanese regering en hun regio zelf konden besturen. Sudan beloofde Uganda daarop af te rekenen met de LRA-strijders op zijn grondgebied.
De meeste LRA-troepen zijn intussen van Zuid-Sudan naar het oosten van de Democratische Republiek Congo getrokken, een uitgestrekt gebied waar de wet uit de loop van het geweer komt. Uganda viel het gebied in 1998 binnen in een poging om de Congolese burgeroorlog naar zijn hand te zetten en te profiteren van de rijke bodemschatten in de regio. In 2002 sloten de belangrijkste strijdende partijen in Congo een vredesakkoord, maar de overgangsregering die daardoor aan de macht kwam, heeft nauwelijks greep op de milities die het oosten van het land nog altijd onveilig maken.
Toch rekent Uganda op de hulp van de regering in Kinshasa om het LRA de genadeslag te geven. Militair stelt het LRA niets meer voor zegt Onapito Ekolomoit, de woordvoerder van de president Museveni. In Uganda hebben we het leger van de kaart geveegd. Een handvol rebellen is nog niet naar Congo gevlucht, en die zitten we op de hielen. Maar op Congolees grondgebied kunnen we dat niet.
Uganda wil dat de Congolese regering de LRA-rebellen binnen haar grenzen arresteert en ontwapent. Kinshasa zou daarmee ook internationale verplichtingen nakomen. Het Internationaal Strafhof heeft tegen de verscheidene leiders van de rebellengroep aanhoudingsbevelen uitgevaardigd.
Het LRA wordt geleid door de voormalige katholieke catechist Joseph Kony, die beweert rechtstreeks in contact te staan met God. Kony zegt dat hij Uganda wil besturen op basis van de Tien Geboden. Zijn troepen worden beschuldigd van ontvoeringen, verkrachtingen en de massale inzet van kindsoldaten. Het conflict heeft in het noorden van Uganda sinds 1986 al 1,5 miljoen mensen op de vlucht doen slaan. Ook het Ugandese leger wordt overigens beschuldigd van wreedheden in de strijd tegen de rebellen.
Maar de aanvallen tegen de burgerbevolking lopen duidelijk terug. In 2004 werden er elke maand dertig tot veertig mensen vermoord, zegt Carlos Rodriguez, een katholieke priester in de stad Gulu. De laatste zes maanden zijn er maar 56 doden gevallen. Uit angst voor ontvoering trokken in Noord-Uganda ook jarenlang tienduizenden kinderen elke nacht naar de steden in de regio om daar in de kerken en ziekenhuizen te gaan slapen. In 2003 en 2004 telden we 40.000 mensen die in Gulu de nacht kwamen doorbrengen, zegt Rodriguez, de secretaris van de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede van Gulu. Nu zijn dat er nog maar heel weinig.
Ook Jan Egeland, de noodhulpcoördinator van de VN, zegt dat het LRA minder aanvallen uitvoert in Noord-Uganda. Uit de vluchtelingenkampen in de naburige regio’s Teso en Lango zijn volgens hem al 200.000 tot 300.000 vluchtelingen naar hun huizen teruggekeerd. Maar volgens Egeland zijn de kampen nog altijd overbevolkt en leven de mensen er in ellendige omstandigheden.
De Ugandese regering zegt dat ze hulp verleent aan vluchtelingen die naar hun geboortestreek terugkeren. Ze krijgen golfplaten om nieuwe huizen te bouwen, zaaizaad en ossenploegen. (PD/JS)