Uitblijven 'waarheid' staat verzoening in de weg

Nieuws

Uitblijven 'waarheid' staat verzoening in de weg

Vesna Peric Zimonjic

12 oktober 2004

De verzoening tussen de voormalige deelstaten van het oude Joegoslavië blijft oppervlakkig. De vraag wie nu eigenlijk verantwoordelijk was voor de 250.000 doden van de Balkanoorlogen, staat tien jaar na de feiten de verwerking van de gruwelen en toenadering tussen de nieuwe Balkanstaten nog altijd in de weg. Het lijkt er meer en meer op dat de Balkan helemaal geen lessen heeft geleerd uit het leed van de voorbije oorlogen.

Discussies vertrekken vaak van de vraag wie de grootste schuld draagt, zegt de Kroatische historicus Igor Graovac. Dan volgt de stelling ‘Wij zijn de onschuldige slachtoffers, en alle anderen zijn wrede misdadigers’. En dat leidt dan tot verdere manipulatie van het publiek.

Volgens Graovac, een medewerker van het Kroatisch Instituut voor Geschiedenis in Zagreb, komt die houding neer op verder onrecht voor de slachtoffers van het uiteenvallen van Joegoslavië. Hun dood dreigt te worden misbruikt om nieuwe zaden van haat en dood te zaaien.

Een groot probleem is dat slachtoffers buiten de eigen familiekring geen naam en gezicht hebben gekregen. Er wordt alleen over getallen gesproken, niet over het leed dat is aangericht in Slovenië, Kroatië, Bosnië en Macedonië. “Zo’n houding brengt mensen niet bij elkaar en maakt het moeilijk om te gaan met de problemen van het verleden”, zegt Richard Dicker van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. “Zonder dergelijke inspanningen kan er ook niet veel gedaan worden voor de toekomst.” Zelfs Carla del Ponte, de hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal, merkte onlangs op dat “bijna niemand het over de slachtoffers heeft en hun recht op eerlijke processen en gerechtigheid.”

Een even groot probleem is het onvermogen van het gerechtelijk systeem in de nieuwe Balkanlanden om alle daders van oorlogsmisdaden ter verantwoording te roepen. Het Joegoslavië-tribunaal behandelt slechts een beperkt aantal dossiers – vooral tegen grote namen. In Servië en Montenegro en de overige nieuwe Balkanlanden schiet de vervolging van andere daders niet op. Het is geen geheim dat duizenden mensen die ernstige oorlogsmisdaden op hun geweten hebben, niet in staat van beschuldiging worden gesteld,” verklaarde Del Ponte. “Soms staan overlevenden van de gruwelen op straat opeens oog in oog met de daders. Sommigen van hen hebben nog officiële functies of bekleden belangrijke posities.”

De Serviërs blijven diep verdeeld over de oorlogen en de rol van de Kroatische en Bosnische Serviërs erin. Velen geloven nog altijd dat de Serviërs zich enkel verdedigden en geen oorlogsmisdaden pleegden. Srebrenica is volgens hen een verzinsel van Bosnische moslims of een gerechtvaardigde straf voor de oorlogsmisdaden die Bosnische moslims tegen plaatselijke Serviërs pleegden. Srebrenica, een door de VN beschermde enclave in Bosnië, werd in 1995 bezet door Bosnische Serviërs. Ongeveer 7.000 mannen en jongens uit de moslimgemeenschap die er hun toevlucht hadden gezocht, werden terechtgesteld.

Een enkele politicus probeert het starre denken te doorbreken. Volgens de Servisch-Montenegrijnse minister van Buitenlandse Zaken, Vuk Draskovic, hadden de Serviërs meteen na de val van hun voormalige president Slobodan Milosevic in oktober 2000 naar Srebrenica moeten trekken om schuld te bekennen en vergiffennis te vragen. “We hadden kunnen zeggen: dit is het toneel van de ergste misdaad die ooit in de naam van Serviërs tegen niet-Serviërs is begaan. Maar we zijn niet naar Srebrenica gegaan.” Volgens Draskovic leven mensen in de regio in “genadeloze tijden”, maar dat is volgens hem geen reden om geen respect te tonen voor de slachtoffers van de voorbije oorlogen.(PD)