UNHCR verheugd over hervestigingsproject Iraakse vluchtelingen

Nieuws

UNHCR verheugd over hervestigingsproject Iraakse vluchtelingen

UNHCR verheugd over hervestigingsproject Iraakse vluchtelingen
UNHCR verheugd over hervestigingsproject Iraakse vluchtelingen

Lisa Develtere

01 september 2009

In het kader van een pilootproject dat de hervestiging van een vijftigtal Iraakse vluchtelingen beoogt, komt woensdag een eerste groep van 36 vluchtelingen aan in België.

De eerste groep vluchtelingen zijn 36 kwetsbare vrouwen en kinderen die in Syrië en Jordanië een tijdelijk onderkomen gevonden hadden. Later in de maand wordt nog een tweede groep van 11 Palestijnse vluchtelingen uit Irak verwacht.
De vluchtelingen genieten vanaf hun aankomst de internationale bescherming van België en ontvangen de vluchtelingenstatus. Ze worden opgevangen in de federale opvangstructuren in de periode die nodig is om alle administratieve stappen te zetten en zich voor te bereiden op hun integratie.
Irak telt zo’n 2 miljoen vluchtelingen die voornamelijk in het Midden-Oosten verblijven. Voor de huidige hervestigingsoperatie gaf de UNHCR voorrang aan de vluchtelingen die zich in de meest kwetsbare situatie bevinden. Volgens de UNHCR speelt hervestiging een cruciale en complementaire rol in de internationale vluchtelingenbescherming. De vluchtelingenorganisatie is dus verheugd met de hervatting van hervestiging in België.
“Voor talrijke vluchtelingen betekent dit letterlijk een mogelijkheid op een levensveranderende nieuwe start in een derde land”, aldus Wilbert Van Hövell, Regionaal Vertegenwoordiger voor UNHCR in Brussel. “Doordat België deze Iraakse vluchtelingen opvangt, toont het zich ook internationaal solidair en deelt het zijn verantwoordelijkheden met landen in het Midden-Oosten, waar de grootste groep Iraakse vluchtelingen zich thans bevindt.”
Toch is er nog steeds een grote kloof tussen het aantal beschikbare en benodigde hervestigingsplaatsen. “In deze context is een sterke nadruk op de uitbreiding van hervestiging essentieel”, besluit Van Hövell. “We hopen dat alle EU lidstaten in de toekomst hun bijdrage zullen leveren.”