Uraniumvoorraden maken Namibië populair bij kernmachten
Brigitte Weidlich
09 september 2008
India, China, Rusland, Japan, Frankrijk: een hele reeks grote landen staat te dringen om te investeren in het onbeduidende Namibië. Ze willen toegang tot de rijke uraniumvoorraden in het dunbevolkte land.
Namibië haalt per jaar ongeveer 3.800 ton uranium boven en is daarmee de op vijf na grootste producent ter wereld. De dure aardolie en de opwarming van de aarde hebben een verzekerde aanvoer van kernbrandstof strategisch nog veel belangrijker gemaakt. Opeens heeft elk land waar kernenergie wordt opgewekt belang bij goede relaties met landen als Namibië.
De Chinese president Hu Jin Tao en de voormalige Russische premier Mikhail Fradkov hebben in Namibië al gesprekken gevoerd over energie en de atoomindustrie. Rusland heeft Namibië begin 2007 aangeboden een kerncentrale te bouwen. De Russische atoomindustrie hoopt via Namibië toegang te krijgen tot de Afrikaanse kernmarkt. Japan en India hebben te kennen gegeven dat ze in Namibië ‘yellowcake’ willen kopen, het product van een eerste stap in de verwerking van uraniumerts.
Megamijn
De Franse kerngroep Areva is van plan 750 miljoen dollar (531 miljoen euro) te investeren in UraMin, een Namibisch mijnbouwbedrijf dat Areva voor 2,5 miljard dollar (1,8 miljard euro) kon aankopen. Areva wil in Namibië een van de grootste uraniummijnen ter wereld beginnen. “De bouwwerkzaamheden zijn begonnen en we plannen het begin van de productie tegen het einde van 2009”, zegt Iain McPherson, de manager van UraMin. UraMin zou per dag 100.000 ton erts verwerken. Per jaar moet dat 3.000 tot 4.000 ton uranium opleveren.
Namibië, een land met amper 1,8 miljoen inwoners, is overrompeld door al die aandacht. Momenteel zijn er twee uraniummijnen in werking; binnen afzienbare tijd zullen daar nog twaalf andere mijnen bijkomen. Meer dan veertig buitenlandse bedrijven hebben al exclusieve licenties in de wacht gesleept om in veelbelovende gebieden naar uraniumvoorraden op zoek te gaan. Het ministerie van Mijnbouw heeft de verdere toekenning van licenties opgeschort. Eerst wil het ministerie met de hulp van het Internationaal Agentschap voor Kernenergie (IAEA) een beleid uitwerken en een wet over atoomenergie laten goedkeuren.
Namibië wil dat de investeringen in de sector ook ten goede komen aan de lange tijd achtergestelde zwarte bevolking in het land. Buitenlandse investeerders zullen ervoor moeten zorgen genoeg zwarte aandeelhouders te vinden voor hun bedrijven in Namibië.
Multinationale bedrijvigheid
Het uranium uit Namibië gaat nu al naar alle windstreken. Rössing Uranium, een bedrijf dat gecontroleerd wordt door het Britse Rio Tinto, voert uranium uit naar de VS en de Europese Unie maar begon ook in 2006 onbekende hoeveelheden naar China te exporteren. Door de lage uraniumprijzen waren jaren geleden plannen gegroeid om de open mijn van Rössing in 2009 te sluiten, maar toen de prijzen in 2006 begonnen aan te trekken, gooide de directie het roer weer om. Het areaal dat wordt afgegraven werd uitgebreid en waarschijnlijk blijft de mijn nu tot 2021 open.
De tweede mijn in Namibië die nu al uranium produceert, is in handen van het Australische Paladin Energy. Binnenkort kunnen de Canadese Forsys Metal Corporation en de Zuid-Koreaanse Korea Electric Power Corporation (Kepco) een nieuwe mijn in gebruik nemen.
Namibië kan veel verdienen aan de toenemende vraag naar kernbrandstof. De internationale uraniumprijs verdubbelde in 2007 tot 136 dollar per pond (212 euro per kilogram). Daarna kwam er wel een terugval; nu schommelt de prijs rond 82 dollar per pond (128 euro per kilogram).
Het land heeft allicht ook zelf kernenergie nodig om zijn energiebehoeften te blijven dekken. Nu importeert Namibië ongeveer de helft van zijn stroom uit het naburige Zuid-Afrika. Dat heeft echter alle moeite om tegemoet te komen aan de toenemende vraag in eigen land.
Milieuzorgen
Milieuverenigingen maken zich zorgen over de complexe problemen die de snelle groei van de atoomsector meebrengt. De Russen stellen het woestijnland bijvoorbeeld voor de beloofde kernreactor in zee te bouwen, waar altijd voldoende koelwater aanwezig is. Volgens critici is dat een riskante techniek.
Ook in de mijnen zijn er grote hoeveelheden water nodig. De openbare watermaatschappij NamWater kan daar niet voor zorgen en heeft ingestemd met de bouw van een grote ontziltingsinstallatie door UraMin om alle mijnen van voldoende water te voorzien.
Milieuorganisaties vrezen dat de pijpleidingen kriskras door de Namibwoestijn samen met de bedrijvigheid rond de mijnen ten koste zullen gaan van de natuur. De critici vinden dat er ook meer openheid moet komen over de plannen voor nieuwe mijnen en dat er een uitgebreide consultatie moet komen van de betrokken bevolkingsgroepen.