Vakbonden voeren actie tegen EU-richtlijn liberalisering diensten

Nieuws

Vakbonden voeren actie tegen EU-richtlijn liberalisering diensten

Stefania Bianchi en Ann De Ron

11 november 2004

Het Europees parlement debatteert vandaag (donderdag) over de zogenaamde Bolkestein-richtlijn die de liberalisering en deregulatie van alle dienstensectoren binnen de Unie voorstelt. Gelijktijdig organiseert de Europese Transportbond een protestactie voor het parlement. In België krijgt de actie steun van de socialistische vakbond ABVV.

De hele dag zullen de Europarlementariërs van het Comité voor de Interne Markt en Consumentenbescherming academici, wetspecialisten en vertegenwoordigers van de sociale sector aanhoren over de zogenaamde Bolkestein-richtlijn. De commissaris voor de Interne Markt Frits Bolkestein diende dat voorstel in januari van dit jaar in bij de Europese Commissie. Een uiteindelijke beslissing erover wordt eind juni 2005 verwacht.

Als het parlement de richtlijn goedkeurt, wordt de interne EU-markt voor alle diensten aan bedrijven en consumenten opengegooid. Een dienstverlener, ondernemer of zelfstandige uit één lidstaat mag zich dan vrij vestigen in een andere lidstaat. Het gaat om sectoren als reclame, aanwervingen, schoonmaakdiensten, bouw, telecommunicatie, financiële diensten, gezondheidszorg, onderwijs en transport.

Vele vakbonden en niet-gouvernementele organisaties vrezen dat de richtlijn consumenten minder toegang zal geven tot essentiële diensten als gezondheidszorg, onderwijs, transport en telecommunicatie. Daarnaast vrezen ze ook voor verslechterde rechten voor werknemers.

De betoging voor het Europees parlement in Brussel is een initiatief van de Europese Transportbond, die pakweg drie miljoen werknemers uit 39 Europese landen vertegenwoordigt. Daarnaast nemen ook andere vakbonden en niet-gouvernementele organisaties aan de actie deel. De Belgische socialistische vakbond ABVV geeft haar steun.

“Onze leden zijn er vooral bezorgd over dat dienstverleners onderworpen zouden zijn aan de wetten in hun land van oorsprong, niet aan de wetgeving van het land waar de diensten geleverd worden”, zegt de algemeen secretaris van de Europese Transportbond, Doro Zinke. Volgens haar zouden vakbonden het in die situatie moeilijker krijgen om te onderhandelen over betere lonen. “Het zal bijna onmogelijk zijn in het land van oorsprong de juiste aanspreekpersoon te vinden”, zegt ze.

Zinke is ook bezorgd dat werknemers minder beschermd zullen zijn op vlak van veiligheid en gezondheidszorg. Want hoe zullen de landen van oorsprong dat controleren? “De Europese Commissie beweert dat de richtlijn de bureaucratie zal verminderen, maar wij zijn juist bezorgd dat er zonder bureaucratie geen controle zal zijn”, zegt Zinke.

Bij een eerdere actie in Brussel op 5 juni stelde een platform van Belgische organisaties en politieke partijen dat de richtlijn “het Belgisch sociaal model te gronde richt” en daarom afgeschaft moet worden. De platformtekst gaf het voorbeeld dat in Polen winkels dag en nacht open blijven, ook op zondag. “Een Poolse groep zou dus in ons land een supermarkt kunnen openen die dag en nacht, zeven dagen op zeven, open zou zijn. Met alle gevolgen vandien voor de direct betrokken werknemers, maar ook voor de werknemers uit de andere warenhuizen”, zo luidde het.

Penny Clarke van de Europese Vakbondsfederatie van de Publieke Dienstensector EPSU ziet de hoorzitting vooral als een kans voor de vakbondswereld om haar kritiek op de Bolkesteinrichtlijn in de verf te zetten. De EPSU vertegenwoordigt zo’n acht miljoen werknemers verspreid over Europa en heeft de voorbije maanden gelobbyd bij europarlementariërs, in de hoop dat die vandaag zelf met kritische vragen zullen komen tijdens de zitting.

“Er ontbreken duidelijke definities in de richtlijn, waardoor het moeilijk te zeggen is wat het eigenlijk wil zeggen”, zegt Clarke. Volgens haar zien zelfs de aanhangers van de richtlijn de problemen in. “Zelfs organisaties die het voorstel eerst verwelkomden, hebben bijna in één adem een lange lijst van vragen en kritiekpunten toegevoegd. En die lijst is steeds langer geworden. De Commissie wil geen jaar verspillen door de richtlijn in te trekken, maar wij denken dat ze daarmee meer tijd zou besparen dan door de problemen met het huidige voorstel te proberen op te lossen.”