Veel Ghanezen kunnen alleen maar dromen van zuiver drinkwater

Nieuws

Veel Ghanezen kunnen alleen maar dromen van zuiver drinkwater

Francis Kokutse

12 mei 2009

Het Controleorgaan voor Water en Sanitaire Voorzieningen (WSMP) in Ghana zegt dat het land geen probleem zal hebben om 78 procent van de bevolking tegen 2015 aan drinkbaar water te helpen. De Ghanese minister van Watervoorziening, Albert Abongo, ziet dat veel somberder in. De bevolking en drinkwaterleveranciers delen zijn bezorgdheid.

Richard Adjei van het WSMP, een onafhankelijke instelling die cijfers over water moet verzamelen en controleren, stelt dat, aan het huidige vooruitgangstempo, 84 procent van de Ghanezen in 2015 toegang heeft tot zuiver drinkwater. Dat is meer dan de VN-millenniumdoelstelling van 78 procent.
Minister Abongo spreekt dat tegen en zegt dat het land bijna 1,2 miljard euro nodig heeft om de VN-millenniumdoelstelling te halen. “Dat geld hebben we nodig om de bestaande behandelingsinstallaties te vernieuwen en uit te breiden in stedelijke gebieden. Buiten de steden moeten we meer putten boren”, vertelde de minister.
De VN baseren zich op de cijfers die het van het WSMP krijgt en gaan er dus vanuit dat Ghana het millenniumdoel zonder veel problemen zal halen.

624 miljoen euro nodig

Directeur Kobbie Kessie van Ghana Water Company (GWC), verantwoordelijk voor de watervoorziening in de steden, treedt de minister bij. De overheid en haar partners investeerden tot nu toe 64 miljoen euro in de ontwikkeling van de stedelijke watervoorziening. Volgens Kessie heeft de GWC over de volgende vijf jaar nog 624 miljoen nodig om de 2015-doelstelling te halen. Momenteel voorziet het 58 procent van de stedelingen in Ghana van drinkwater.
Ook het Gemeenschapsagentschap voor Water en Sanitaire Voorzieningen (CWSA), dat verantwoordelijk is voor de drinkwatervoorziening op het platteland, spreekt de rooskleurige voorspellingen van het WSMP tegen. Het agentschap meldt dat slechts 57 procent van de Ghanezen buiten de steden toegang heeft tot zuiver drinkwater.
Op de afdeling statistiek van de Economische en Sociale Raad van de VN zegt Sara Duerto Valero dat het verschil tussen de VN-cijfers en de Ghanese mogelijk is door de aanpassingen door internationale agentschappen. Die dienen om de vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid van de informatie te verzekeren.

Schuld van vroegere regeringen

Voorzitter Patrick Apoya van de Ghanese Coalitie van Ngo’s in de Water- en Sanitaire Sector legt de oorzaak van de gebrekkige infrastructuur bij vroegere regeringen. “Vooral de militaire regering, die van 1981 tot 1992 de macht had, besteedde geen aandacht aan drinkwater voor de bevolking. Daardoor groeide de infrastructuur niet mee met de bevolking, wat vandaag nog steeds ons probleem is”, zegt hij.
De ongecontroleerde verstedelijking van de laatste twintig jaar verergert het probleem nog. “Zelfs als de overheid het nodige geld kan vrijmaken, is het nog niet eenvoudig om waterleidingen te leggen in de slecht geplande satellietdorpen rondom de steden”, legt Apoya uit.
Een ander infrastructuurprobleem is dat van het beheer en de bescherming van de watervoorraden. De Commissie voor Watervoorraden krijgt vaak klachten over het water uit het Voltameer. Naast vervuiling gaat het ook over de kleur en geur van het behandelde water.
Fondsen vinden om deze problemen weg te werken, is erg moeilijk. De financiële crisis heeft zich in het land al enigszins doen gelden, maar zal nog zwaarder gaan wegen op de economie.
Apoya gelooft dat de staat niet afhankelijk hoeft te zijn van gelddonors. “De overheid moet zorgen dat iedereen over water kan beschikken, dat is een basisrecht”, vertelt hij. “Om een duurzaam systeem op poten te zetten kan ze de verbruikers in de steden belasten en die opbrengsten gebruiken voor de ontwikkeling van de watervoorzieningen op het platteland.”