'Verbod op biologische wapens moeilijk af te dwingen'
Gustavo Capdevila
09 december 2004
De landen die het Verdrag over Biologische Wapens hebben ondertekend, proberen opnieuw een controlesysteem in te voeren. Het wordt afwachten of de VS opnieuw op de rem gaan staan.
De ondertekenaars zijn deze week in Genève bijeen om zich te bezinnen op controlemaatregelen die het verbod op de ontwikkeling en het gebruik van de wapens moeten afdwingen.
De laatste poging om controlemaatregelen in te voeren, strandde in 2001. De Verenigde Staten blokkeerden een conceptprotocol met het argument dat inspectie geheime militaire, farmaceutische en biotechnologische informatie aan het licht zou brengen. Bovendien zou de industrie volgens de VS oncontroleerbaar zijn, omdat de biologische materialen en technologie ook voor vreedzame doeleinden worden gebruikt.
Veel andere landen vinden echter dat een controlesysteem noodzaak is, wil het verdrag effect hebben. In verschillende landen worden namelijk nog steeds biologische wapens ontwikkeld. Die bedreigen niet alleen de mens, maar ook planten en dieren, zegt Jean Pascal Zanders, directeur van BioWeapons Prevention Project (BWPP). Planten en dieren kunnen volgens hem een doelwit zijn om zo economische en sociale schade aan te richten, zonder een directe aanslag op mensenlevens te doen. Zanders zegt ook bezorgd te zijn over de snelheid waarmee de techniek zich ontwikkelt. Zij zou steeds gemakkelijker te verkrijgen zijn, ook voor terroristen.
Biologische wapens worden al eeuwenlang gebruikt. Tijdens het koloniale tijdperk gaven de Britten de dekens van soldaten die waren doodgegaan aan pokken, aan vijandige inheemse stammen in India. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dropten de Japanners vlooien die besmet waren met builenpest boven Chinese steden. De Iraakse ex-dictator Saddam Hoessein zette chemische en biologische wapens in tijdens de oorlog tegen Iran (1983 – 1988) en later tegen de Koerden in Noord-Irak.
In 1925 werd het gebruik van chemische en biologische wapens al verboden in het Protocol van Genève. In 1972 ondertekenden 152 landen het Verdrag over Biologische Wapens. In dat verdrag wordt de ontwikkeling, productie, opslag en verkoop van biologische wapens verboden, maar meer dan een intentieverklaring was het niet.
De Amerikaanse bezwaren tegen controlemaatregelen worden ontkracht in een rapport van het conservatieve Centre for Strategic and International Studies (CSIS) in Washington D.C. Het centrum concludeert na consultatie van verschillende experts uit farmaceutische en biotechnologische industrie, dat controle wel mogelijk is. Hoewel dezelfde sector er in 2001 voor zorgde dat het conceptvoorstel tot aanscherping van het verdrag werd getorpedeerd, wil dat niet zeggen dat dat het niet gerepareerd kan worden, aldus het CSIS in een rapport. Het CSIS betitelt de Amerikaanse houding waarbij enerzijds gewaarschuwd wordt voor de dreiging van biologische wapens en tegelijkertijd de bereidheid ontbreekt om actie te ondernemen, als hypocriet en onverantwoordelijk.
Behalve over mogelijkheden om nakoming van het Verdrag over Biologische Wapens af te dwingen, wordt in Genève ook gesproken over efficiëntere methoden om infectieziekten op te sporen en te bestrijden. De afgelopen jaren doken bij mensen en dieren verschillende nieuwe, moeilijk te behandelen virusziekten op, zoals vogelgriep en de dodelijke longziekte Sars. (JS/MM)