Singapore importeert miljoenen tonnen zand uit Maleisië om constructieboom te stutten
Verbod zandexport Maleisië zet druk op relatie met Singapore
Lorenzo Buti
08 juli 2019
Maleisië verbiedt de export van zand. Dit zet druk op de relatie met Singapore, dat Maleisisch zand gebruikte om haar eigen gebied uit te breiden.
Maleisië is misnoegd dat Singapore zand uit Maleisië importeert om haar eigen gebied uit te breiden
Maleisië heeft de export van zeezand, een belangrijke grondstof binnen de constructiesector, verboden. Het verbod zet druk op de relatie met buurland Singapore, dat zand gebruikt om zijn eigen gebied uit te breiden.
Singapore gebruikt zand om aan landwinning te doen
TUBS (CC BY-SA 3.0)
De Maleisische eerste minister Mohamad Mahathir stelde het verbod op de verkoop van zeezand al in op 3 oktober 2018, maar het nieuws lekte vorige week pas uit. De Maleisische overheid verzweeg de beslissing om een diplomatiek conflict te vermijden. De persverantwoordelijke van premier Mahathir vertelt dat Maleisië de export van zeezand tegenhoudt uit ecologische overwegingen, en om illegale zandsmokkel tegen te gaan. Hij benadrukt dat ze geen enkel specifiek land willen raken.
Maar volgens twee hooggeplaatste bronnen binnen de Maleisische overheid is premier Mahathir misnoegd dat Singapore zand uit Maleisië importeert om haar eigen gebied uit te breiden. Volgens de (niet altijd even betrouwbare) cijfers van het VN Comtrade verkoopt Maleisië 95 procent van haar zand aan Singapore.
Het is niet de eerste keer dat Maleisië de export van zand naar Singapore verbiedt. In 1997 riep het land een gelijkaardig verbod uit. In die tijd verklaarde Mohamad Mahathir, die het land toen ook regeerde, dat illegale zandontginners ‘Maleisië opgraven en het verkopen aan anderen’. Maar het verbod slaagde er niet in de verkoop van zand aan Singapore tegen te houden.
Zandkastelen
Het verbod vormt mogelijk een ernstig probleem voor Singapore. 97 procent van zijn import van zand zou uit het naburige Maleisië komen. De Zuidoost-Aziatische stadstaat gebruikt het materiaal om aan landwinning te doen. Het breidt zijn eigen territorium uit door het omringende water te vullen met miljoenen tonnen zand en andere materialen. Singapore vergrootte zijn grondgebied op deze manier met een kwart sinds zijn onafhankelijkheid in 1965.
Landwinning is in Singapore een kwestie van politieke en economische noodzaak
Landwinning is in Singapore een kwestie van politieke en economische noodzaak. Om de scherpe economische groei en de constructieboom in stand te houden heeft de stadstaat nood aan vrije stukken grond, die het door zijn geringe oppervlakte artificieel moet creëren. Singapore plant bijvoorbeeld de bouw van de ‘mega-haven’ Tuas op ingewonnen land, een project dat in 2040 moet worden afgerond.
Ook Indonesië verbood in 2007 de export van zand naar Singapore, wat een crisis in de bouwsector veroorzaakte en hele bouwwerven deed stilvallen. Singapore besliste toen om grote ‘zandreserves’ te bouwen. In 2017 besloot ook Cambodja geen zand meer te exporteren naar Singapore.
Men weet vooralsnog niet welke impact de beslissing van Maleisië zal hebben. Illegale zandontginning en -smokkel is namelijk ook in Singapore een gekend probleem. Enerzijds kunnen zandontginners relatief eenvoudig te werk gaan op verlaten strandgebieden. Anderzijds heerst er veel corruptie bij bevoegde ambtenaren, die de toestemming verlenen zandgebieden leeg te halen. Bovendien exporteert Maleisië nog steeds rivierzand, dat vooral wordt gebruikt in cement en beton.
Verdwenen eilanden
In Indonesië verdwenen ten minste 24 eilanden van de kaart door de extractie van zand
Wereldwijd bedraagt de zandontginning zo’n 40 tot 50 miljard ton per jaar, voornamelijk het gevolg van de constructiewoede in landen als Singapore, China en Dubai. Volgens een recent rapport van de VN heeft dit een negatieve invloed op lokale ecosystemen. Hoewel de hele impact van de ontginning van zand nog niet duidelijk is, stelt het rapport dat het de biodiversiteit in de getroffen regio’s in gevaar brengt en dat de erosie van grond kan leiden tot overstromingen en droogtes. In Indonesië verdwenen ten minste 24 eilanden van de kaart door de extractie van zand.
Om de gevaren op korte en lange termijn te minimaliseren, roept de VN op om zandontginning internationaal strenger te reguleren. Dit zou noodzakelijk zijn in het licht van de eindige hoeveelheid zand op verschillende plaatsen in de wereld, de ongelijke sociale gevolgen en de verstoring van lokale ecosystemen.