Verjaardag Hitler wordt gevierd met extremistisch geweld
Sergei Blagov
19 april 2002
Elk jaar vrezen de inwoners van Moskou 20 april een
beetje meer. Dat is de dag waarop Adolf Hitler geboren werd. Russische
skinheads vieren de verjaardag van hun held met steeds brutalere aanvallen
tegen vreemdelingen in de stad. De Russische regering krijgt nauwelijks vat
op het groeiende racisme.
De Moskovitische politie wordt van 19 tot 22 april in de hoogste staat van
paraatheid gehouden. Skinheads en extremistische groupuscules worden deze
dagen extra in het oog gehouden. Versterkte politieteams bewaken ambassades
en openbare plaatsen zoals de metro, de stations en de winkelcentra. Volgens
burgemeester Joeri Loezhkov zijn alle manschappen goed voorbereid. Hij
hernieuwt zijn belofte het probleem van de skinheads doortastend aan te
pakken.
De verjaardag van Hitler wordt in Moskou al langer op macabere wijze
gevierd. Op 21 april van vorig jaar vernielde een bende skinheads een
straatmarkt. Een twintigtal handelaars uit Azerbeidzjan raakten bij die
aanval gewond. Veel marktkramers in Moskou komen uit het zuiden van Rusland
of uit de voormalige sovjetstaten. Vooral Azeri’s staan bekend om hun
handelsgeest. Hun succes is vaak een doorn in het oog van Moskovitische
racisten, en heel wat aanslagen hebben dan ook een economisch motief.
Het geweld van de skinheads beperk zich niet tot de dagen rond 20 april. Van
januari tot maart 2002 werden in Moskou meer dan honderd buitenlanders
aangevallen. Er waren vier dodelijke slachtoffers. Vorige week nog werd de
Afghaanse tolk Abdul Hakrid doodgeslagen. Hij had een Russische vrouw en
vier kinderen en werkte voor de Federale Migratiedienst. In een officiële
brief vraagt de Afghaanse ambassade de regering een einde te maken aan het
extremistische geweld. Ook de consuls van de voormalige sovjetrepublieken
Kirgizstan, Kazakstan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Georgië, Armenië en
Azerbeidzjan protesteerden al officieel tegen het toenemende racistische
geweld waarvan hun onderdanen het slachtoffer zijn, vooral in de metro en op
de openluchtmarkten.
Ook buitenlandse studenten vormen een populair doelwit voor de extremisten.
Aanvallen op de universiteiten zijn legio, en een klein deel van de
zeventigduizend buitenlanders is al gevlucht. Universiteiten nemen hun
toevlucht tot peperdure privé-bewakingsfirma’s en stimuleren de oprichting
van zelfverdedigingsgroepen. Bij de studentenhuizen lossen met stokken
gewapende studenten elkaar af op de uitkijk. Zij zijn niet te spreken over
de politie, die de extremisten nauwelijks iets in de weg zou leggen.
Het aantal extremisten in Moskou wordt officieel geschat op 20.000. Daar
zitten skinheads bij, voetbalhooligans, en 5.000 Moskovitische leden van de
Russische Nationale Eenheid (RNE). Dat is een paramilitaire groep met
neo-nazi-gedachtegoed die door het Hooggerechtshof verboden is. De Russische
politici beseffen stilaan de omvang van het probleem. In zijn State of the
Nation van 18 april noemde president Poetin de extremisten georganiseerde
criminele groepen. Hij spoorde het Russische parlement ook aan een nieuwe
wet te stemmen ter bestrijding van het extremisme. In een oudere wet heeft
het parlement het gebruik van nazi-symbolen al verboden, evenals partijen
die van politiek extremisme getuigen. Volgens de Russische grondwet zijn
ook verklaringen strafbaar die etnische conflicten uitlokken, maar in de
praktijk wordt niemand daarvoor vervolgd.