Vietnamezen eten natuur leeg

Nieuws

Vietnamezen eten natuur leeg

Tran Dinh Thanh Lam en Peter Dhondt

01 augustus 2006

"Verboden seks is het beste, en daarna komt varkenspastei", luidt volgens Greenpeace een Vietnamees spreekwoord. Vietnamezen smullen graag, en beschermde diersoorten kunnen daarbij op weinig genade rekenen. Vietnam speelt zijn natuurlijke rijkdom kwijt om rijke lekkerbekken te plezieren.

De menukaart van sommige gespecialiseerde restaurants in Hanoi of Ho Chi Minh-stad leest als de inventaris van een kleine Aziatische zoo. Civetkatten, apen, schubdieren, stekelvarkens en varanen: alle soorten lijken eetbaar. Om de vertering te bevorderen en sfeer te scheppen, serveren de uitbaters een borrel waarin slangen, gekko’s, berenklauwen of een geitenpenis zijn opgelegd.

Vietnam is gezegend met een weelderige natuur, maar die rijkdom nam de voorbije decennia snel af. In de jaren 60 en 70 decimeerden de ontbladeringsmiddelen die de Amerikanen in de oorlog inzetten de Vietnamese bossen; daarna volgden ongebreidelde houtkap en oprukkende landbouw. Vietnam is intussen 70 procent van zijn oorspronkelijke bossen kwijtgespeeld, en amper tien procent van wat er overblijft, is ecologisch nog waardevol.

Precies die overblijvende streken worden leeg gevangen om restaurants in Vietnam en kopers in China en andere landen te bevoorraden. “In geen enkel ander land heeft de invloed van de handel in en de consumptie van bedreigde diersoorten duidelijkere gevolgen”, zegt Eric Coull van het Wereldnatuurfonds in de Mekongregio. Vietnam telt zeker zevenhonderd diersoorten die met uitsterven bedreigd zijn. Driehonderd daarvan zijn ook in de rest van de wereld uiterst zeldzaam.

De helft van de twee miljoen inwoners van Hanoi eet geregeld wild, bracht een recente studie van het Wereldnatuurfonds en Traffic-Indochina aan het licht. Traffic is een milieuorganisatie die strijdt tegen de smokkel van bedreigde diersoorten. De twee milieuorganisaties zetten al een tijdje campagnes op om de Vietnamezen ervan bewust te maken dat ze hun natuur leegeten. Maar het blijkt moeilijk om tegen eeuwenoude tradities op te boksen.

Naast restaurants dragen ook traditionele apotheken, dierenzaken en de verkopers van snuisterijen bij aan de snelle achteruitgang van de Vietnamese fauna. Talloze winkels in Hanoi en Ho Chi Minhstad verkopen afrodisiaca en medicijnen met extracten uit tijgerbotten, de hoorns van neushoorns en berengal. In Dalat, een trekpleister in het Vietnamese hoogland, kunnen toeristen amuletten kopen met tijgerklauwen of de hoeven van wilde varkens. Eekhoorns, schildpadden en apen worden verkocht als huisdieren, terwijl wie veel geld heeft een opgezette tijger of panter in de huiskamer kan halen. (PD/ADR)