Vietnamveteranen uit Laos op zoek naar hun wortels
Aaron Glantz en Ngoc Nguyen
26 december 2005
De Vietnamoorlog had ingrijpende gevolgen voor Laotianen die aan Amerikaanse kant vochten. Deze maand, precies dertig jaar na de communistische machtsovername in Laos, zoekt een groep Laotiaanse Amerikanen naar zijn wortels in Zuidoost-Azië. Sommigen zien voor het eerst in dertig jaar hun familieleden terug.
Eind 2004 normaliseerden de Verenigde Staten en Laos hun handelsbetrekkingen. Daardoor ontstond een meer ontspannen verhouding tussen beide landen, die de reis vergemakkelijkte. Een van Laotiaanse Amerikanen die deze maand zijn vaderland bezoekt, is Seng Fo Chao. Tijdens een tussenstop in Vietnam vertelt hij over de motieven voor de reis. Veel Laotianen, vooral de veteranen, waren tegen normalisering van de handelsbetrekkingen, zegt hij. Ze dachten dat normalisering alleen de regering ten goede zou komen, niet de armen. Maar we moeten ons niet laten beheersen door wat dertig jaar geleden gebeurd is. Vergeving is de sleutel tot een gelukkig leven, voor iedereen.
Chao behoort tot de etnische bevolkingsgroep Iu Mien, die verspreid leeft over Laos, China, Thailand en Vietnam. Tijdens de Vietnam-oorlog gebruikte het Noord-Vietnamese leger Laos om troepen te bevoorraden. Laos kreeg in die tijd hevige Amerikaanse bombardementen te verduren. Daarnaast rekruteerde de CIA etnische minderheden uit Laos en Vietnam, inclusief de Iu Mien, om aan Amerikaanse kant te vechten.
Chao zag als kind hoe zijn vader geëxecuteerd werd en op zijn zesde was hij wees. Tien jaar later ging hij bij het door de VS gesteunde Koninklijke Laotiaanse Leger, dat tegen de pro-communistische verzetsbeweging Pathet Lao vocht. Tot de communistische machtsovername in 1975, vocht hij aan de kant van de Amerikanen. Net als honderdduizenden anderen werd hij gedwongen zijn land te ontvluchten.
Chao behoort tot de ongeveer 10.000 Iu Mien die een nieuw bestaan opbouwden in de Verenigde Staten. Al die jaren bleef de band met het vaderland en de behoefte om bruggen te bouwen tussen de Iu Mien. Hij werd voorzitter van de Iu Mien American National Coalition en deed pogingen om een uniforme schrijftaal in het Iu Mien te ontwikkelen. Het gebrek aan zo’n taal maakte het voor hem en andere vluchtelingen moeilijk om Engels te leren. Als je in een vreemd land komt zonder dat je een woord kunt lezen en schrijven, dan voel je je compleet verloren.
Chao hoopt dat de schrijftaal helpt om de Iu Mien-cultuur te bewaren, maar dat is niet het enige. Chao wil via een uitwisselingsprogramma Iu Mien uit Vietnam, Laos en China tijdelijk in de VS Laotiaans en Engels te laten studeren. Want de Iu Mien zullen ook het Laotiaans en Engels moeten beheersen om op een succesvolle manier te kunnen meedoen in het economische verkeer, zegt hij.
Het onderwijs in de Iu Mien-gemeenschappen in Zuidoost-Azië is abominabel, constateert Seng Chao uit Californië (geen familie), na een bezoek aan drie Noord-Vietnamese Iu Mien-dorpen. De meeste dorpsbewoners hebben minder dan een dollar per dag te besteden. Ze leven en spreken alsof de wereld 2000 jaar heeft stilgestaan, zegt hij.
Schattingen van het totale aantal Iu Mien verschillen nogal, maar er zouden ongeveer een miljoen leven verspreid over Zuidoost-Azië en China. De grootste gemeenschap, ongeveer 750.000, is in Zuid-China. In Vietnam, Laos en Thailand leven tienduizenden Iu Mien.
De regeringen van zowel Vietnam als Laos probeerden de afgelopen jaren de armoede onder hun gemarginaliseerde etnische gemeenschappen te bestrijden. Er werden complete steden gebouwd voor mensen die voorheen als nomaden leefden. Ook werden irrigatiesystemen voor landbouw aangelegd.
Die pogingen waren enigszins succesvol, zegt Phan Van Ngoc, directeur van Action Aid Vietnam, een ngo die zich bezighoudt met armoedebestrijding in plattelandsregio’s. De mensen leren werken met de irrigatiesystemen. Maar vroeger vertrokken ze elke drie of vier jaar naar een andere plaats. Ze worden er nu onrustig van om op dezelfde plaats te blijven, terwijl ze nauwelijks genoeg voedsel kunnen verbouwen voor henzelf.
Phan zegt dat sommige Iu Mien de veranderingen niet kunnen bijbenen. Veel van hen zijn inmiddels vertrokken uit de overheidsdorpen en hebben hun oude manier van leven weer opgepakt. Als je hun leefwijze wilt veranderen, dan moet je daar de tijd voor nemen. Dat gaat niet van de ene op de andere dag.
Overzeese Iu Mien, zoals pastoor Seng Fo Chao, kampen met andere problemen. De Vietnamese regering verdenkt sommige leden van inheemse groeperingen van de vorming van staatsvijandige organisaties. Daarom worden ze streng in de gaten gehouden. Seng Fo Chao probeerde de afgelopen tien jaar tweemaal de Iu Mien-gemeenschappen te bezoeken, maar dit jaar kreeg hij voor het eerst toestemming van de Vietnamese regering. Chao neemt het de regering niet kwalijk, zegt hij. Het is de nasleep van de oorlog.
Mae Seng Chao (geen familie), die werkt in de verslaafdenzorg in Seattle, bezoekt Laos dit jaar voor het eerst na de communistische machtsovername. Ze heeft er ooms, tantes en neven die ze al die jaren niet heeft gezien. Laos is de eindbestemming van de reis, tot nu toe bezocht ze alleen Iu Mien-dorpen in Vietnam en China. Ik hoop dat we de banden kunnen aanhalen, zegt ze. Ik heb mijn familieleden beloofd stof te sturen, zodat ze daar traditionele kleding van kunnen maken. Daar hebben ze om gevraagd. Ik wil gewoon iets aardigs voor ze doen. Ze zijn arm, maar heel rijk in hun hart. (JS/MM)