VN bestuderen Tobintaks
Thalif Deen
09 juli 2004
Kan er een wereldwijde belasting ingevoerd worden om de ontwikkeling van de armste landen te financieren? Over die vraag zal de Algemene Vergadering van de VN zich in september buigen. VN-baas Kofi Annan heeft een studie besteld om te kijken of wereldwijde belastingen (waaronder de Tobintaks) haalbaar zijn.
Het is al jaren de dada van het andersglobalisme: een internationale belasting waarmee de strijd tegen armoede en onderontwikkeling een forse financiële injectie kan krijgen. Ondanks de sterke terughoudendheid van onder meer de Verenigde Staten, Japan en Duitsland, lijken de VN nu het voortouw te nemen in het debat.
We hebben de opdracht gekregen een studie te maken naar innovatieve financieringsvormen”, zegt Jose Antonio Ocampo, het hoofd van het Departement voor Economische en Sociale Zaken van de VN (DESA). De resultaten daarvan worden dit jaar op de Algemene Vergadering voorgesteld. De voorstellen die op tafel liggen zijn onder meer een belasting op fossiele brandstoffen, een ‘Tobintaks’ op financiële transacties, een heffing op de internationale wapenverkoop, een wereldwijde loterij en een taks op de internationale luchtvaart.
Heel wat sleutellanden zijn tegen internationale belastingen gekant, erkent Ocampo. Maar een aantal landen bestuderen de voorstellen ernstig. Frankrijk heeft een resolutie aangenomen om een wet voor de invoering van de Tobintaks te steunen. België zette als eerste land stappen om de Tobin/Spahntaks ook echt in te voeren, ten minste als ook de andere landen van de eurozone dat doen. Deze week keurde de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers een voorstel in die zin goed. De regeringen van Brazilië en Chili lijken de Tobintaks eveneens genegen.
VN-baas Kofi Annan is een grote voorstander van alternatieve bronnen van ontwikkelingsfinanciering. Annan drukt erop dat er 100 miljard dollar ontwikkelingssamenwerking per jaar nodig is (ongeveer dubbel zoveel als nu) om de zogenaamde millenniumdoelstellingen te halen. Dat zijn minima inzake armoede, watervoorziening, onderwijs, gezondheidszorg en milieu die de 132 ontwikkelingslanden zouden moeten halen tegen 2015. Zonder extra geld lijkt dat niet te zullen lukken.
Ruby van der Wekken van het Network Institute for Global Democratisation (NIGD) in Helsinki denkt dat de belasting op speculatieve geldstromen het meest levensvatbare voorstel is. Het dubbele effect van die belasting (een rem op kapitaalvlucht en meer fondsen voor goede doelen) maakt het voorstel erg aantrekkelijk. Het opzetten van een belasting is een kleine kost in vergelijking met een crash van de internationale geldmarkten. Maar het zal niet voor morgen zijn, voegt ze eraan toe. De Tobintaks is pas werkbaar als alle landen meedoen. (MM/ADR)