VN wil maatregelen tegen straffeloosheid in Honduras
Shirah Miroir
27 september 2012
Terwijl president Porfirio Lobo Sosa de Algemene Vergadering van de VN probeert te overtuigen van de vooruitgang die zijn land boekt op het vlak van mensenrechten en criminaliteitsbestrijding, werden in Honduras deze week opnieuw twee verdedigers van mensenrechten vermoord. De daders zijn vermoedelijk huurmoordenaars, maar hun identiteit blijft voorlopig nog onbekend.
Het eerste slachtoffer was Antonio Trejo Cabrera, een advocaat die de belangen van de boeren in Bajo Aguán verdedigde. Hij werd zaterdag opgebeld toen hij als evangelisch priester een huwelijk inwijdde in een lokale kerk. Toen hij naar buiten stapte om het gesprek in zijn auto voort te zetten, werd hij beschoten door huurmoordenaars. Trejo overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De tweede man, justitieofficier Manuel Eduardo Diaz Mazariegos, werd vermoord toen hij van de rechtbank terugkeerde naar zijn kantoor. Hij was op slag dood.
De gebeurtenissen versterken de lokale en internationale publieke opinie over Honduras als een van de gevaarlijkste landen in de wereld en doen opnieuw vragen rijzen over de straffeloosheid van mensenrechtenschendingen in het land. De VN maant de Hondurese overheid dan ook aan om strenger op te treden en misdaden tegen advocaten en journalisten strenger te bestraffen. Voor Navi Pillay, Hoge Commissionaris voor Mensenrechten bij de VN, bevestigen de recente feiten nog maar eens de “chronische onzekerheid” waarmee advocaten en journalistern in Honduras dagelijks worden geconfronteerd. Pillay roept de overheid dan ook op kosten noch middelen te sparen om de daders te pakken te krijgen. Ook de Human Rights Watch, het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS, en de Franse overheid veroordelen de moorden en eisen een strengere aanpak.
Minister van Veiligheid, Pompeyo Bonilla, kondigde na de eerste moord aan dat de Hondurese politie samen met de VS een speciaal onderzoeksteam zal uitvaardigen om de zaak uit te spitten. Ook het Hondurese Openbaar Ministerie en de Nationale Directie voor Criminaliteitsonderzoek (DNIC) zetten extra onderzoekers in om beide moorden te onderzoeken. In de zaak Eduardo Díaz zoudens ondertussen al verschillende verdachten zijn opgepakt.
Straffeloosheid
Gemiddeld worden in Honduras dagelijks 19 mensen vermoord, een enorm hoog cijfer voor een land dat maar 8.2 miljoen inwoners telt. Het Hondurese College van Advocaten meldt dat er in de laatste drie jaar al 74 advocaten omkwamen bij aanvallen, en ook bij de grondconflicten tussen boeren en grootgrondbezitters zijn al talloze boeren gesneuveld.
Toch worden in Honduras slechts twee op tien klachten grondig onderzocht. Dat blijkt uit cijfers over het DNIC die het Openbaar Ministerie (OM) gisteren bekendmaakte. ‘De effectiviteit is maar 21 procent, en dat moet dringend omhoog’, klinkt het bij het OM. Volgens Hector Iván Mejía van het Secretariaat voor Veiligheid zijn de slechte resultaten vooral te wijten aan ingewikkelde procedures en slechte communicatie tussen politieagenten en justitieofficieren.
De commissie die zich bezighoudt met de hervorming van de openbare veiligheid stelt daarom voor een apart onderzoeksteam voor justitie te creëren. Ook voorzitter van het College voor Advocaten, Roy Urtecho, vindt dit een goed idee. Maar dan moet het budget aanzienlijk groter worden, vindt hij. Urtecho betreurt de dood van zijn collega’s en stelt voor een wet uit te vaardigen die vertegenwoordigers van mensenrechten moet beschermen. ‘Justitieofficieren moeten altijd maar resultaten boeken, maar bescherming krijgen ze niet’, zegt hij. Urtecho eist ook dat de strafmaat voor misdaden tegen advocaten en journalisten wordt verhoogd tot levenslang.
Slachtoffers
De recente moorden zorgen voor heel wat verontwaardiging bij de Hondurese bevolking. Heel wat boeren leggen de schuld bij de overheid. Volgens hen zijn de advocaten –net zoals heel wat anderen voor hen –om politieke redenen vermoord.
Antonio Trejo Cabrera werd volgens hen geviseerd omdat hij zich als advocaat engageerde voor de rechten van boeren die de strijd aangaan met grootgrondbezitters. Hij verdedigde drie coöperatieven in Bajo Aguán, een vruchtbare zone die al jaren wordt geplaagd door conflicten tussen boerenorganisaties en grootgrondbezitters. Bij die conflicten zouden in drie jaar tijd al meer dan tachtig mensen zijn omgekomen. Trejo verzette zich bovendien tegen de ontwikkeling van Speciale Regio’s voor Ontwikkeling (RED), regio’s met een autonoom politiek en juridisch systeem die nieuwe investeringen moeten aantrekken en werkgelegenheid creëren. Volgens Trejo is het voorwendsel van economische ontwikkeling niet meer dan een excuus van politici om de boeren voorgoed van hun land te beroven, en via de steun van nieuwe investeerders hun eigen zakken te vullen. Begin september probeerde hij de modelsteden nog ongrondwettelijk te laten verklaren.
Ook Eduardo Díaz behandelde vaak erg delicate zaken, zoals de recente moord op Ever Francisco Jarquín. Die werd vermoord tijdens protesten tegen Bladimir Bonilla, een zakenman die onlangs enkele concessies aan de Choleta-rivier in de wacht sleepte. Door de komst van Bonilla zouden de arbeiders uit de streek -die leven van de ontginning van zand en grind- uit de rivierbedding worden verdreven. Bonilla en zijn zoon werden opgepakt, maar vader Bonilla kwam al snel terug vrij.