Voedselprijzen leiden tot noodsituatie, zegt FAO-chef

Nieuws

Voedselprijzen leiden tot noodsituatie, zegt FAO-chef

Ranjit Devraj

10 april 2008

Jacques Diouf, directeur-generaal van de Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) van de VN, noemt de stijgende voedselprijzen een “noodsituatie” die om een wereldwijd antwoord vraagt.

“We hebben onlusten gezien in Egypte, Kameroen, Haïti en Burkina Faso”, zei Diouf. “Er is een risico dat dit overslaat naar andere landen waar meer dan de helft van het inkomen wordt besteed aan voedsel.” Ook in Indonesië, Ivoorkust, Mauritanië, Mozambique en Senegal was de laatste weken onrust dat in verband gebracht werd met de stijgende prijzen van voedsel en brandstof.
De prijzen stijgen gestaag sinds 2002 en liggen nu 65 procent hoger. Alleen al in 2007 steeg de graanprijs 42 procent.
“We hebben een noodsituatie”, zei Diouf die een conferentie in India bijwoonde over de agro-industrie. Hij riep op tot grotere investeringen in water en infrastructuur om kleine boeren te helpen hun productiviteit te vergroten.

Migratie naar steden

De grootste veroorzaker van de crisis is volgens Diouf de immer doorgaande migratie van het platteland naar de stad waardoor de voedselproductie verslechtert. Maar ook de rijke landen zijn medeveroorzakers van het probleem, doordat ze steeds meer land gebruiken voor biobrandstoffen en doordat beleggers met speculatie de prijzen opdrijven. Samen met extreme koude in China, droogte in Australië en Kazachstan en overstromingen in India en Bangladesh leidt dat tot duurder voedsel.
“Op korte termijn wordt de druk niet verlicht”, zei hij. De voorraden in de wereld zijn nu geslonken tot 405 miljoen ton graan, dat is genoeg om de wereld 8-12 weken te voeden.
Door de inkomensstijging in China en India groeit ook de “vraag naar melk en vlees”, wat zich vertaalt in een grotere vraag naar veevoer, graan dus. “Ik verwelkom economische groei in die landen, maar ik hoop dat ze willen investeren in landbouw omdat ze meer dan een derde van de wereldbevolking uitmaken.”
Kandeh K. Yumkella, directeur-generaal van de VN-Organisatie voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) en ook aanwezig op de conferentie, gelooft dat het tekort kan worden opgelost door betere voedselverwerking. “Die technologie moeten we aan ontwikkelingslanden doorgeven zodat voedsel langer houdbaar is.” Hij denkt daarbij aan vernieuwingen om verliezen na de oogst te verkleinen en om voedsel over langere afstand te kunnen vervoeren. “Daardoor genereert het vraag naar landbouwproducten en dat is goed voor de werkgelegenheid.”