Voedselproductie moet nu al inspelen op klimaatverandering

Nieuws

Voedselproductie moet nu al inspelen op klimaatverandering

Stephen Leahy

03 februari 2008

Volgens deskundigen moet de wereldgemeenschap nu al inspelen op de enorme gevolgen van de klimaatverandering voor de voedselproductie in de wereld. Zoniet kan een vijfde van de wereldbevolking omkomen van de honger en zullen miljoenen klimaatvluchtelingen hun streek verlaten en elders op zoek gaan naar voedsel.

Om een dergelijke nachtmerrie te voorkomen, moet de wereldgemeenschap niet enkel de klimaatverandering aanpakken, maar er nu al op inspelen op de plaatsen waar de ergste gevolgen verwacht worden, zegt klimaatonderzoeker David Lobell in een studie in het wetenschappelijke tijdschrift Science. In zijn analyse vergeleek Lobell de resultaten van twintig verschillende klimaatmodellen bij een stijging van één graad Celsius tegen 2030.

“We hebben historische data gebruikt om te bepalen welke voedselproducerende regio’s het meest kwetsbaar zijn voor veranderingen in temperatuur en neerslag,” zegt Lobell, klimaatonderzoeker aan de Universiteit van Stanford. “De armste regio’s in het zuiden van Afrika en en Azië zullen het hardst getroffen worden.” Andere kwetsbare regio’s zijn Midden-Amerika en Brazilië. In regio’s zoals Canada en Rusland, zal de klimaatverandering waarschijnlijk positieve gevolgen hebben, omdat het groeiseizoen er langer wordt.

Diversificatie

In het zuiden van Afrika, dat nu al met honger geconfronteerd wordt, kan de maïsproductie met 30 procent en de rijsproductie met 10 procent dalen. “De neerslag en de temperaturen veranderen nu al snel in de regio”, zegt Lobell.

Maïs heeft veel water en een rijke ondergrond nodig, en is daarom erg kwetsbaar voor een droger klimaat. Lobell pleit ervoor om maïs daarom te vervangen door sorghum, een gewas dat veel beter bestand is tegen droogte, of om maïs vroeger aan te planten en zo de warmste periode te vermijden. Waar die strategieën niet volstaan, pleit hij ervoor om nieuwe plantensoorten te introduceren of de irrigatie uit te breiden.

“Er is vooral innovatie nodig in het beleid, en niet zozeer in technologie”, zegt Geoff Tansey, een auteur en deskundige in voedselbeleid. “De extreme weersomstandigheden hebben nu al een negatieve impact op de oogst.”

Omdat landbouw een lokale activiteit is, moeten ook de oplossingen lokaal aangereikt worden. Maar de regio’s hebben vaak zelf de financiële capaciteiten of de kennis niet om de verbeteringen in te voeren, terwijl oplossingen uit het buitenland er weinig succes hebben. Pogingen om er landbouwmethodes uit Noord-Amerika of Europa in te voeren hebben grotendeels gefaald.

Tansey, ziet het meeste heil dan ook in diversificatie. Daarmee bedoelt hij niet enkel diversificatie van de geteelde soorten, maar ook van informatie en kennis, landbouwaanpak en inkomen. “Een huwelijk tussen de traditionele, plaatselijke methodes en moderne wetenschap biedt het meeste hoop”, zegt hij.