Volgens Japanse oudjes is small ook beautiful

Nieuws

Volgens Japanse oudjes is small ook beautiful

Suvendrini Kakuchi

17 november 2002

Japanners stoppen hun bejaarden niet graag in grote, anonieme bejaardentehuizen. Volgens de traditie zijn het immers de kinderen die voor hun ouders moeten zorgen. Daarom kunnen Japanse oudjes nu terecht in iets wat het midden houdt tussen een familiale en een klinische omgeving: het minibejaardentehuis. Het beste van twee werelden.

Sinds kort kent de Japanse bejaardenzorg een nieuw fenomeen: het minibejaardentehuis. In een cultuur waar het eigenlijk van kinderen verwacht wordt dat ze voor hun ouders zorgen, past het grote, westerse bejaardentehuis eigenlijk niet. In Japan is het immers niet evident om een familielid aan vreemden toe te vertrouwen. Een minibejaardentehuis, een soort gemeenschapshuis met een vijftal bejaarden en een drietal verzorgers, hebben een familiale sfeer. Er wordt meer ingespeeld op de specifieke behoeften van een bejaarde en een eigen dagritme geeft er geen probleem. De bejaarden voelen zich er beter en hun kinderen laten hen er met een gerust hart achter. De gemeenschapshuizen moeten voor elke bejaarde een eigen kamer hebben en voorzien drie verzorgers per vijf bejaarden.

De nieuwe tendens kwam er onder het motto ‘small is beautiful’, zegt Yoshikazu Nishikawa, de woordvoerder van een non-profit organisatie die gemeenschaphuizen uitbaat voor ouderen met dementie. Kleinschaligheid is volgens hem gewoon leuker voor iedereen en het is nog een winstgevende zaak ook. Een derde van de immense Japanse populatie, zo’n 37, 3 miljoen mensen, zal in 2025 65 of ouder zijn. Die stijgende behoefte aan zorgplaatsen wordt voor een groot deel opgevangen door de staat die grote, gesofistikeerde bejaardentehuizen uitbaat.

Toch krijgen die grote instellingen steeds meer concurrentie van kleine instellingen die met privé-kapitaal worden gefinancierd. Privé-investeerders hebben immers gezien dat ze munt kunnen slaan uit de vergrijzing. Volgens een rapport hebben de bejaardentehuizen samen een winst van 2,8 miljoen yen (17 183 euro) per maand en investeren ze dat geld onder meer in nieuwe gemeenschapshuizen. Voor investeerders zijn de kleinere gemeenschapshuizen aantrekkelijk omdat ze relatief weinig investering vragen in vergelijking met grote bejaardeninstellingen. Dat wordt nog versterkt door het feit dat bejaarden alleen voor een gemeenschapshuis in aanmerking komen als ze behoorlijk gezond zijn en uit de voeten kunnen. Bedlegerige oudjes kunnen er niet terecht.

‘Oudere Japanners zijn belangrijke klanten. Bedrijven, groot en klein, willen graag een deeltje van de groeiende koek’, zegt Nishikwawa. De ouderen vormen samen niet alleen een derde van de bevolking, ze zijn ook het kapitaalkrachtigst. De bejaarden bezitten allemaal samen de bulk van het Japanse spaargeld, zo’n 8,2 triljoen euro.

Gemeenschapshuisbewoners betalen tussen de 100 000 en de 200 000 yen (620 tot 1230 euro) per maand voor verzorging, voedsel en huur. Zo’n 20 percent daarvan wordt door de sociale zekerheid betaald. Een uitbater van 3 gemeenschapshuizen in Hyogo, West-Japan, zegt dat hij vorig jaar 185 000 euro heeft geïnvesteerd en dat hij de investering ondertussen al terug heeft verdiend. In zijn huizen kunnen mensen met dementie terecht. Ze worden er individueel benaderd en volgen er hun eigen dagritme. Hij wil vier nieuwe huizen bouwen en zegt dat hij daar nu al een wachtlijst voor heeft.

Ondanks de positieve geluiden uit de sector, meldt de Japanse regering dat een stijgend aantal bejaarden alleen leeft en dat er ook steeds meer mensen alleen sterven. In Japan is het zelfmoordcijfer bij mensen van meer dan 90 dubbel zo hoog als bij twintigers.

De opgang van de minibejaardentehuizen toont dat er ook in het uitermate geïndustrialiseerde Japan nood is aan samenleven. De bejaarden blijven immers veel dichter bij de samenleving en hebben niet langer het gevoel dat ze worden opgeborgen om hun tijd uit te zitten. ‘De gemeenschapshuizen voor bejaarden tonen aan dat succesvol zaken doen kan samengaan met de gemeenschap vooruit helpen’, zegt Nishikwawa.