Vonnis beperkt macht 'monsterboten' in West-Afrikaanse wateren

Nieuws

Vonnis beperkt macht 'monsterboten' in West-Afrikaanse wateren

Vonnis beperkt macht 'monsterboten' in West-Afrikaanse wateren
Vonnis beperkt macht 'monsterboten' in West-Afrikaanse wateren

Saikou Jammeh

21 april 2015

Het krioelt in de Gambiaanse wateren van de industriële, buitenlandse vissersboten die kleine vissers het leven zuur maken. Maar er is hoop, dankzij een historisch vonnis van het Internationaal Zeerechttribunaal dat landen aansprakelijk stelt voor de illegale vispraktijken van trawlers die onder hun vlag varen.

Bua Badjie heeft net twaalf uur op zee doorgebracht. De kapitein arriveert in de Gambiaanse haven Bakau met wat “bonga” (ethmalosa fimbriata) en katvis. ‘Dit is amper genoeg om mijn kosten te dekken’, zucht hij. ‘De trip alleen heeft me 60 euro gekost.’

De 38-jarige Badjie, afkomstig uit buurland Senegal, vist al bijna twintig jaar voor de kust van Gambia. Maar de zee is dezelfde niet meer, stelt hij somber vast. ‘Tegenwoordig stapelen we de verliezen op. Onlangs gingen we 50 kilometer verderop naar een ander visgebied, zonder maar iets te vangen.’

Soms dreigen ze ons te vermoorden als we hen confronteren

‘Het probleem ligt bij de variaties in het weerpatroon, maar ook bij de reusachtige commerciële trawlers die we op zee tegenkomen. Soms dreigen ze ons te vermoorden als we hen confronteren. En als we onze netten uitgooien, vernietigen ze die’, verklaart Badjie. Zijn lot is dat van duizenden andere kleine vissers hier.

Vlaggenstaten aansprakelijk

Maar mogelijk is er beterschap op komst. Het Internationaal Zeerechttribunaal bepaalde begin april in een historische uitspraak dat “vlaggenstaten” volgens het principe van gepaste zorgvuldigheid (due diligence) moeten garanderen dat vissersschepen die onder hun vlag varen, zich aan de regelgeving moeten houden met betrekking tot mariene grondstoffen.

Vlaggenstaten, zo oordeelde het tribunaal, moeten de nodige maatregelen nemen om zeker te zijn dat deze schepen zich niet met illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IUU) visvangst inlaten in de territoriale wateren van de lidstaten uit West-Afrika’s Subregionale Visserijcommissie. Ze kunnen hiervoor aansprakelijk gesteld worden.

Nergens ter wereld zou er zoveel IUU-visvangst zijn als in de West-Afrikaanse wateren, tot 37 procent van de vangst in de regio valt onder deze noemer.

Milieuorganisaties

‘Dit is een zeer welkom vonnis’, verklaart John Tanzer, programmadirecteur van het Werelnatuurfonds (WWF). ‘Zo hoeven we niet langer illegale visserij en het plunderen van de kusten boot per boot te bestrijden.’

Reeds in 1993 luidde de Subregionale Visserijcommissie de alarmbel over IUU-visvangt. Het inkomensverlies dat deze visserij toebrengt aan nationale economieën in West-Afrika, zou rond de 500 miljoen euro per jaar schommelen.

Reeds in 1993 luidde de Subregionale Visserijcommissie de alarmbel over IUU-visvangt.

Verschillende milieuorganisaties hebben de plundering van de West-Afrikaase visbestanden al aan de kaak gesteld. Greenpeace spreekt op zijn webpagina “Fish Fairly” van monsterboten die de Afrikaanse wateren met een trawl of trechtervormig net afschuimen.

‘Decennialang heeft de EU haar lidstaten toegestaan om hun industriële vissersvloten uit te breiden tot onduurzame omvang. In 2008 stelde de Europese Commissie vast dat bepaalde delen van haar vissersvloot vis veel sneller konden vangen dan dat de bestanden konden herstellen’, schrijft Greenpeace.

Bronnen melden dat er zich momenteel 47 vissersboten van industriële omvang bevinden in Gambia’s wateren, waarvan er 35 behoren tot buitenlandse vloten.

Schaarste op de markt

Intussen klagen de kleine vissers dat ze de markt nog moeilijk kunnen bevoorraden. De bevolking is afhankelijk van hun vis, en de prijzen zijn spectaculair gestegen. Schaarste is hier niet langer de uitzondering maar de regel.

Schaarste is hier niet langer de uitzondering maar de regel.

‘Onze zee is overbevist’, verzucht de tachtigjarige Gambiaanse visser Ousman Bojang. Hij nam ooit een baan als politieagent, maar keerde twintig jaar later terug naar zijn eerste liefde: vissen. ‘Vissen verschafte me een beter inkomen. Ik kon mijn 25 kinderen naar school sturen, en ze zijn allemaal geslaagd.’

Er zijn naast het vonnis nog andere, hoopgevende signalen voor kleine vissers. Het Africa Progress Panel, onder leiding van de gewezen VN-secretaris-generaal Kofi Annan, erkent dat illegale visvangst een prioriteit is die het continent moet aanpakken. En de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) heeft richtlijnen bekrachtigd die de sociale omstandigheden voor kleinschalige vissers moeten verbeteren.