Vredesactivisten winnen veldslag van Clear Channel

Nieuws

Vredesactivisten winnen veldslag van Clear Channel

Katherine Stapp

22 juli 2004

Op Times Square in Manhattan zullen nu toch reclameborden met anti-oorlogsboodschappen prijken tijdens het partijcongres van de Republikeinen in augustus. Clear Channel, dat tijdens de verkiezingen van 2000 en 2002 meer dan 300.000 dollar overmaakte aan de campagnes van vooral Republikeinse politici, had het oorspronkelijke contract verbroken. Kort nadat de initiatiefnemers een rechtszaak aanspanden, ging de mediagigant akkoord met een compromis. Waarnemers vinden het incident desalniettemin tekenend voor het groeiende klimaat van intimidatie tegen critici van de regering-Bush.

Het compromis tussen Clear Channel en Project Billboard, de organisatie die de anti-oorlogsboodschappen financiert, houdt in dat het oorspronkelijke ontwerp van een gestileerde bom in de kleuren van de Amerikaanse vlag wordt vervangen door een vredesduif, met de slogan ‘Democratie leer je best door een voorbeeld te stellen, niet door oorlog’. Clear Channel ging wel akkoord nog een tweede bord te tonen, met een digitale teller die de kostprijs van de oorlog en de bezetting in Irak aangeeft.

Beide panelen zullen vanaf 2 augustus drie maanden te lang te zien zijn op - met andere woorden ook tijdens het partijcongres van de Republikeinen van 30 augustus tot 2 september. Op dat congres zal president George W. Bush officieel worden genomineerd als kandidaat voor de presidentsverkiezingen in november.

Wij zijn heel blij, zegt Deborah Rappaport, het hoofd van Project Billboard. Voor ons ging het om vrije meningsuiting, en de boodschap was veel belangrijker dan het beeld op zich.

Clear Channel ontkent dat politiek een rol speelde in de eerdere beslissing om de boodschap niet te brengen. Het zei dat het beeld van de bom ongepast was en dat het Mariott-hotel, waartegen het paneel zou komen te hangen, bezwaar had gemaakt. Intussen bleek wel dat de mediagigant grote bedragen politieke steun gaf aan vooral Republikeinen. In maart 2003 haalden een aantal radiostations van Clear Channel de countryrockgroep Dixie Chicks uit de ether omdat hun leadzangeres Natalie Mains een Londens publiek vertelde dat ze zich schaamde dat de president van de VS uit Texas komt.

Er zijn ettelijke voorbeelden van openlijke staatscensuur geweest in de VS, waaronder de arrestatie van mensen die gewoon een anti-Bush T-shirt droegen. Sommige waarnemers vinden de dalende beschikbaarheid van openbare plaatsen die een brede waaier aan meningen tonen even verontrustend. Clear Channel bezit 800.000 reclamepanelen verspreid over het land - met andere woorden een zeer groot aandeel. Bedrijven hebben veel invloed, vooral in de media en de communicatiewereld, en dat heeft een grote impact op het niveau van het publieke debat, zegt Svetlana Mintcheva van de National Coalition Against Censorship, een alliantie van vijftig Amerikaanse vzw’s. Ze vindt de zogezegde vrije markt en de afwezigheid van overheidsregulatie in vrije meningsuiting meer en meer bedrieglijk.

Door van de strijd tegen terreur een ‘oorlog’ te maken, is het gemakkelijker geworden om afwijkende meningen te brandmerken als een gevaar voor de nationale veiligheid. Het laat onderdrukking van meningsuiting toe die anders simpelweg als tirannie zou worden beschouwd, vindt ook Eric Freedman, professor in de Rechten aan de Hoftra Universiteit in New York.

Eerder weigerde Disney de anti-Bushfilm ‘Fahrenheit 9/11’ te verdelen, en heel recent zei televisiezender CBS nee tegen een televisiespotje van de liberale groep MoveOn dat kritisch was over het economische beleid van Bush, omdat de zender geen ‘issue ads’ toont.

Het lijkt wel een nieuwe heksenjacht à la McCarthy, schreef Michael Williams, een columnist bij de krant ‘Richmond Times-Dispatch’. Williams ziet wel een nieuw element ten opzichte van de hetze tegen communisten in de jaren vijftig: het niveau waarin bedrijven met succes samenwerken met deze regering en de Republikeinse Partij om afwijkende meningen het zwijgen op te leggen.

Hoever het recht op vrije meningsuiting en op vrijheid van vereniging reikt, zal binnenkort ook blijken tijdens de voorbereiding van massaprotesten tegen de partijcongressen van de Republikeinen en de Democraten. In New York kregen actievoerders alvast het recht om in de buurt van het Republikeinse congres op Madison Square te betogen, maar ze ijveren nog voor de toelating om een massabijeenkomst te houden in Central Park of op Times Square. In Boston, waar de Democratische Partij dit weekend bijeenkomt, kregen stadsbuschauffeurs de instructie passagiers met affiches of bordjes te weigeren. (ADR/PD)