Vrijhandel in Azië doet Keniaanse theeproducenten wanhopen

Nieuws

Vrijhandel in Azië doet Keniaanse theeproducenten wanhopen

Charles Wachira

23 september 2008

Keniaanse theeproducenten lijden onder een vrijhandelsovereenkomst die Pakistan heeft afgesloten met een aantal buurlanden die ook thee exporteren. Pakistan probeert ook met Afrikaanse handelspartners vrijhandelsverdragen op te zetten, maar Kenia houdt de boot voorlopig af.

Thee was tot 2005 het belangrijkste exportproduct van Kenia, maar de verminderde afzet in Pakistan doet de Keniaanse plantagebezitters bloeden. Met 170 miljoen ton per jaar is Pakistan de grootste importeur van thee in de wereld. Vijf jaar geleden leverde Kenia nog 85 procent van de thee die in Pakistan geconsumeerd worden, vorig jaar was dat aandeel teruggevallen tot 65 procent.

En de cijfers blijven de dieperik ingaan. De eerste helft van dit jaar deden de Keniaanse exporteurs het in Pakistan al 43 procent slechter dan vorig jaar. Sicily Kariuki, de directeur van de Tea Board of Kenia (TBK), maakt zich sterk dat de cijfers snel beter zullen worden. “Pakistan wacht op betere prijzen”, zegt ze. “Als hun voorraden beginnen te slinken, zullen ze weer meer beginnen te kopen, zelfs als de prijzen niet dalen.”

Zuid-Aziatisch theekransje

Maar een even belangrijke oorzaak voor de teruggang vormen de vrijhandelsafspraken die sinds begin 2006 van kracht zijn tussen Pakistan en zes andere Zuid-Aziatische landen. Een van die landen is Sri Lanka, ook een belangrijke exporteur van thee. Sri Lankaanse plantagebezitters betalen geen importheffingen meer in Pakistan, en dat deed hun uitvoer naar dat land in 2006 alleen al met 13 procent stijgen.

Pakistan probeerde zeven jaar geleden Kenia te overhalen ook een vrijhandelsverdrag af te sluiten, en dat aanbod blijft geldig. Maar Nairobi blijft tot op vandaag weigerachtig. Een dergelijke overeenkomst zou niet te verenigen zijn met de afspraken binnen het handelsblok van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, waarvan Kenia deel uitmaakt.

Intussen voert Pakistan echter ook vrijhandelsgesprekken met Malawi en Rwanda, twee andere Afrikaanse thee-exporteurs. De kwaliteit van de thee uit die landen gaat erop vooruit en hun productie stijgt, wat nog meer concurrentie betekent voor de Keniaanse producenten. De voorbije drie jaar wonnen de twee landen elk twee procentpunten marktaandeel bij in Pakistan, zodat ze nu samen 15 procent van de thee op de Pakistaanse markt leveren.

Nog gevaarlijker lijkt het vrijhandelsverdrag dat Pakistan eind 2006 met China ondertekende. Dat handelspact vormt volgens experts op termijn een bedreiging voor het Keniaanse marktleiderschap in Pakistan.

Mikken op fijnproevers

De Kenya Tea Development Agency (KTDA), een organisatie die 430.000 theeboeren in het land vertegenwoordigt, vindt dat Kenia moet investeren in betere wegen en havens en in betrouwbare stroomvoorziening voor de bedrijven. Daardoor kan de Keniaanse thee goedkoper worden. Tegelijk moet de overheid volgens de KTDA helpen speciale theesoorten te ontwikkelen die voor meer geld van de hand gaan.

Kenia produceerde vorig jaar 369 miljoen kilogram thee, goed voor 43 miljard shilling (453 miljoen euro) aan exportinkomsten. Dit jaar wordt er waarschijnlijk maar 336 miljoen kilogram binnengehaald, een gevolg van het politieke geweld van begin dit jaar en de lage temperaturen en droogte die in sommige delen van het land heersten.