Vrouwelijke angst voor spinnen is genetisch bepaald

Nieuws

Vrouwelijke angst voor spinnen is genetisch bepaald

Rudy Pieters

28 augustus 2009

Als er plots een spin opduikt, dan hebben vrouwen viermaal meer kans dan mannen om verschrikt te reageren. Uit Amerikaanse onderzoek bij baby’s blijkt nu dat dit verschil genetisch bepaald is.

David Rakison, ontwikkelingspsycholoog aan de Carnegie Mellon-universiteit in het Amerikaanse Pittsburgh, liet tien babymeisjes en babyjongens een foto van een spin zien gecombineerd met een foto van een dreigend of geruststellend beeld.
In een eerste fase combineerden de onderzoekers de spin met een angstaanjagend gezicht. Nadien toonden ze de spin samen met een lachend gezicht. Vervolgens combineerden ze een foto van een bloem met een angstaanjagend gezicht.
De meisjes keken beduidend langer naar de spin bij het lachende gezicht dan naar de bloem. Volgens de onderzoekers betekent dit dat de meisjes spinnen met angst associëren. Een verder bewijs vonden ze in de vaststelling dat de jongens even lang naar de spin bij het lachende gezicht als naar de bloem keken.
Een andere groep baby’s kreeg een spin bij een lachend gezicht te zien en een bloem bij een angstaanjagend gezicht. Nu keken niet alleen de jongens maar ook de meisjes even lang naar beide beelden.
Volgens de onderzoekers betekenen hun bevindingen dat meisjes meer geneigd zijn om schrik te hebben voor gevaarlijke dieren dan jongens. Bij andere moderne fobieën, bijvoorbeeld vliegangst, zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen.
Volgens David Rakison heeft de afkeer van spinnen bij vrouwen te maken met de menselijke evolutie. Bij onze voorouders leerden mannen meer risico’s te nemen dan vrouwen om met succes te kunnen jagen.