Vrouwen minder vrij dan onder Saddam

Nieuws

Vrouwen minder vrij dan onder Saddam

Dahr Jamail

06 maart 2008

Irak, waar vrouwen ooit meer rechten en vrijheden genoten dan in de meeste andere Arabische landen, is dodelijk geworden voor vrouwen die dromen van onderwijs en een professionele carrière. Veel meisjes gaan niet eens meer naar school.

Ten tijde van Saddam Hoessein was de maatschappij relatief seculier. Het was geen probleem voor vrouwen om professor, dokter of ambtenaar te worden. Tegenwoordig worden er vrouwen gedood door milities omdat ze zich niet kleden volgens de strikte islamitische normen.

Vermoord

De politiechef in Basra, generaal Jalil Hannoon, vertelde in december dat er in die stad in vijf maanden tijd tenminste 40 vrouwen waren vermoord. “We weten zeker dat er nog meer zijn wier families zwijgen uit angst voor een schandaal”, zei hij.
De milities van de shiïtische Badr-organisatie en het Mehdileger, van de shiïtische geestelijke Muqtada al-Sadr, proberen strikte islamitische regels in te voeren. De door sjiieten gedomineerde regering steunt hen daarbij in stilte of zelfs openlijk.
“Militieleden zijn naar ons toegekomen om te vertellen dat we een sluier moeten dragen en geen make-up mogen hebben”, zegt Zahra Alwan, een studente die vanuit Basra naar Bagdad is gevlucht. Rode graffiti in Basra waarschuwt vrouwen tegen make-up en tegen het naar buiten gaan zonder sluitende bedekking van het hele lichaam.
“De situatie in Bagdad is niet wezenlijk anders”, zegt Mazin Abdul Jabbar, sociaal onderzoeker aan de universiteit van Bagdad. “Alle universiteiten worden gecontroleerd door islamitische milities die vrouwelijke studenten continu lastigvallen met religieuze regels.”
Volgens Jabbar is dit een reden waarom “veel families hun dochters niet meer naar hogescholen en middelbare scholen sturen”. Een jaar geleden erkende het ministerie van Onderwijs dat meer dan 70 procent van de meisjes en jonge vrouwen niet langer meer naar school gaan.
Er zijn ook verschillende zaken waarbij vrouwen zijn ontvoerd en dood gevonden, met littekens van verkrachting of marteling, maar achteraf toch zijn beschuldigd van “slecht” gedrag, zeggen bewoners die anoniem willen blijven.

Angst

Uit angst voor moord verlaten veel vrouwen hun baan. “Ik was hoofd van de personeelsafdeling op een kantoor”, zegt een vrouw, “maar op aandringen van mijn familie ben ik ermee gestopt en heb ik een baan als gewone werknemer gezocht.”
De levens van vrouwen zijn veranderd. Ze beginnen er anders uit te zien, in het grootste deel van Irak. Vrouwen betalen de prijs voor de bezetting, vooral waar de milities de straten beheersen. Ze zijn opgesloten in hun eigen huis.
“Vrouwen kunnen nergens heen”, zegt Um Ali, een vrouw in Baquba, 40 kilometer van Bagdad. “Ik ben al vier jaar de stad niet meer uitgeweest. Ik kan alleen naar het huis van mijn ouders. Het huishouden is mijn leven geworden.”
In het noorden van Irak, waar de Koerden de controle hebben, vinden gevallen van eerwraak plaats. In de laatste vier maanden van 2007 zijn tenminste 27 vrouwen vermoord die werden verdacht van “illegale” affaires, volgens Youssif Mohamed Aziz, de regionale minister van mensenrechten.
Zolang de centrale regering machteloos blijft en het fundamentalisme toeneemt in het hele land, zal het lot van Iraakse vrouwen alleen maar zwaarder worden.