Vrouwen ruimen bommen op in Cambodja
ips
26 april 2017
Mijnen en bommen opruimen is allang niet meer het werk van alleen mannen. Sinds een VN-resolutie werd aangenomen die de ontmijningsbranche verplicht tot gelijke inzet van mannen en vrouwen, steeg hun aantal aanzienlijk.
Mao Neav doet een paar snelle stappen het veld in, gevolgd door haar trouwe hond Onada, die zich kwispelend en hijgend voorbereidt op zijn taak. Het veld ligt bezaaid met clusterbommen.
Neav leidt een kleine groepen bommen- en mijnenruimers in de provincie Ratanakiri in het noordoosten van Cambodja. In de afgelopen twee jaar was haar werk het opruimen van bommen en landmijnen langs de zogenoemde Ho Chi Minh-route. Dit gebied, op 70 kilometer afstand van de Vietnamese grens, was onderdeel van de aanvoerroute van de Noord-Vietnamese troepen tijdens de Vietnamoorlog.
Amerikaanse bommen
Amerikaanse tapijtbombardementen begonnen hier in 1970, met de bedoeling de aanvoer van voorraden te blokkeren. Bijna een halve eeuw later liggen er nog talloze clusterbommen, die een bedreiging vormen voor iedereen die voorbijkomt.
‘Ik hoorde van dit werk door een NPA-reclame op de radio’, zegt Neav. NPA staat voor Norwegian People’s Aid, een Noorse humanitaire solidariteitsorganisatie. De NPA financiert het project en huurt bewust vrouwen in om te laten zien dat zij prima in staat zijn mijnen op te ruimen in het door mannen gedomineerde Cambodja.
‘Wij doen ons werk net zo goed als mannen.’
Van de 35 mijnenopruimers in Ratanakiri zijn er 25 vrouwen. Mao Neav zegt dat er geen verschil is. ‘Wij doen ons werk net zo goed als mannen.’ Na een training van zes maanden konden de opruimers aan de slag. In de eerste maand leerden ze omgaan met een metaaldetector, daarna hoe ze verschillende soorten bommen herkennen en hoe die werken.
Boeren
In Ratanakiri liggen vooral niet-ontplofte clusterbommen. De meest voorkomende zijn BLU 42, 26, 52 en 54, volgens de Amerikaanse luchtmacht die de bommen hier afwierp. In het oosten van Cambodja vormen deze clusterbommen een groot probleem voor boeren en mensen die door het bos reizen.
In het westen van Cambodja zijn landmijnen een groter probleem. In het hele land worden gemiddeld elke week twee mensen getroffen door deze achtergebleven explosieven uit de oorlog: ze overlijden of raken verminkt. Het totaal aantal landmijnen in Cambodja wordt geschat op ongeveer 4 miljoen. Het land is daarmee een van de landen met de meeste niet-ontplofte explosieven in de wereld.
Geen angst
Mao Neav kreeg na de training in het herkennen en onschadelijk maken van bommen en mijnen, een training van drie maanden met een detectiehond. ‘Ik hou van honden. Dat onderdeel van mijn werk vind ik het leukst.’ De honden worden ingezet om de explosieven op te sporen.
Bij het opsporen van de explosieven verdelen de opruimers zich als een soort netwerk over een veld. Ze bewegen zich dan volgens een vast patroon binnen elke sectie, waarbij elke vondst wordt gemarkeerd voor transport of vernietiging.
‘De eerste keer dat ik een mijnenveld in liep, was ik bang. Maar dat was snel over’, zegt Neav. ‘Mijn slechtste ervaring? Ik ben een keer door mijn hond gebeten.’