Vrouwen werken harder dan mannen in Latijns-Amerikaanse landbouw
Estrella Gutiérrez
28 februari 2012
Je kunt maar beter een man zijn op het Latijns-Amerikaanse platteland. Hoewel de rurale arbeidsmarkt er vervrouwelijkt, blijft de ongelijkheid enorm. "Bijvoorbeeld in de fruitsector moeten vrouwen in steeds zwaardere omstandigheden werken", verklaart een expert.
“Soms wil ik er de brui aan geven”, zegt de Venezolaanse Aura Canache. “Mijn buren krijgen leningen en hulp waar ik nooit voor in aanmerking kwam. De hulpprogramma’s zijn enkel voor mannen, hoewel er ook veel vrouwen leven op het platteland.”
Miljoenen vrouwen in Latijns-Amerika zullen dit herkennen. Er komen steeds meer vrouwen bij op het platteland, maar het beleid volgt die trend niet. “Het leidt geen twijfel dat er in Latijns-Amerika een vervrouwelijking van de rurale arbeidsmarkt plaatsvindt, maar de sector wordt gekenmerkt door ongelijkheid”, verklaart Fernando Soto van de VN-Landbouworganisatie (FAO).
“In Mexico bijvoorbeeld werken vrouwen op het platteland gemiddeld 89 uur per week, mannen slechts 58 uur. Die situatie is vergelijkbaar in andere landen van de regio”, zegt Soto vanuit het regionale FAO-kantoor in de Chileense hoofdstad. “Een groot deel van het werk van deze vrouwen is onzichtbaar.”
Deze situatie wordt vanaf deze week besproken op de zesenvijftigste sessie van de VN-commissie voor de Status van Vrouwen (CSW) in New York. De vergadering staat in het teken van de empowerment van plattelandsvrouwen en hun rol in de strijd tegen armoede en honger. De Internationale Vrouwendag op 8 maart heeft hetzelfde thema dit jaar.
Tractoren
Voor Canache, die een kleine boerderij heeft zo’n 130 kilometer ten oosten van Caracas, is de vergadering in New York een ver-van-haar-bed-show. Maar ze is wel vertrouwd met de realiteit die daar besproken wordt. Alles wat ze verdient, moet ze opnieuw investeren in haar boerderij nabij de Capaya-rivier, die haar land heeft overstroomd in 2010. Toen verloor ze een deel van haar vee, en moest ze een deel heropbouwen.
“Het klimaat doet gekker en gekker, maar de voorbije twee jaar was het weer verschrikkelijk. En dat kost me handenvol geld”, verklaart de 73-jarige Canache. “Ik leef voor mijn dieren en mijn boerderij, maar het is hard om te zien dat ik niet besta voor krediet- en hulpverstrekkers. Mijn buurmannen kregen hoge leningen en zelfs tractoren na de overstroming.”
“Ze discrimineren ons, terwijl landbouwsters verantwoordelijker en betrouwbaarder zijn in het aflossen van schulden dan hun mannelijke collega’s. Ik zou zelfs het eten uit mijn mond sparen om de terugbetalingen te doen.”
Steeds kwetsbaarder
Volgens de directeur van VN-Vrouwen, de voormalige Chileense president Michelle Bachelet, zouden vrouwen met dezelfde toegang tot kredieten, zaden en meststoffen hun oogsten met 20 à 30 procent kunnen verhogen. Dat zou de landbouwopbrengst in het Zuiden met 4 procent doen stijgen waardoor er 100 tot 150 miljoen minder mensen honger zouden lijden.
Soto verwijst naar een recente studie van de FAO over de werkomstandigheden van vrouwen in de fruitproductie, een van de snelst groeiende sectoren in Latijns-Amerika, om aan te tonen dat ze in steeds zwaardere omstandigheden moeten werken en sociaal steeds kwetsbaarder worden. “Dat heeft te maken met de informele aard van het werk, het feit dat vrouwen een minimumloon of minder verdienen, en geen ziekteverzekering hebben.”
Microkrediet
“Er is meer staatsinmenging nodig, want de landbouw in Latijns-Amerika moderniseert en groeit wel, maar er is geen herverdeling van de rijkdom die ze genereert. Die blijft geconcentreerd bij een kleine groep mensen. Als de rurale arbeidsmarkt beter zou werken voor vrouwen, zou dat ongetwijfeld de armoede onder vrouwen verminderen en hun levensomstandigheden verbeteren.”
Er is ook reden voor optimisme, want er zijn inspanningen om de gelijkheid van vrouwen op het platteland te bevorderen, zoals microkrediet. “De toenemende betrokkenheid van vrouwen bij de landbouwproductie is de sleutel om rurale gezinnen uit de armoede te halen”, besluit Soto.