Vrouwen willen meer invloed in Oost-Afrikaanse Unie

Nieuws

Vrouwen willen meer invloed in Oost-Afrikaanse Unie

Evelyn Matsamura Kiapi

18 februari 2010

Nu de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) langzaam naar een politieke confederatie groeit, willen vrouwengroepen uit de vijf lidstaten meer aandacht voor vrouwenrechten. Een Protocol voor Gender en Ontwikkeling moet de 'genderkloof' in het integratieproces dichten.

Het protocol, dat momenteel in de ontwerpfase is, wil gelijke kansen creëren voor vrouwen en de implicaties van het EAC-Verdrag, inclusief de vorming van een douane-unie, gezamenlijke markt, monetaire unie en vrij reizen voor burgers - beschouwen vanuit genderperspectief.

De EAC werd in 1999 opgericht en wil de sociale, economische en politieke samenwerking tussen de vijf lidstaten - Oeganda, Kenia, Tanzania, Rwanda en Burundi - versterken. De lidstaten vormden in 2005 een douane-unie en willen dit jaar nog een gezamenlijke markt realiseren. In 2012 moet een monetaire unie gevormd zijn en in 2015 een politieke confederatie.

Hoewel het verdrag gender als een van de hoekstenen in de EAC-integratie erkent, is dat niet voldoende, zegt Marren Akatsa-Bukachi, directeur van vrouwenorganisatie East African Sub-regional Support Initiative for the Advancement of Women (EASSI).

“Binnen de EAC gaat het vooral over politiek en handel, maar die kwesties worden niet bekeken vanuit mensenrechtenperspectief. Vooral waar het gaat om vrouwenrechten bestaat er veel ongelijkheid tussen Oost-Afrikaanse landen. Als het gaat om politieke besluitvorming bijvoorbeeld, wordt in Rwanda 56 procent van de posten bezet door vrouwen. In Oeganda is dat 33 procent en in Kenia maar 18 procent.”

De vrouwenorganisaties willen met het protocol bereiken dat vrouwen in de vijf lidstaten gelijk behandeld worden. “Rwanda is daarbij ons ideaal”, zegt Akatsa-Bukachi.

Bindend

De genderkloof binnen de EAC is een andere kwestie waar de vrouwen zich op richten. De top van regeringsleiders en het Oost-Afrikaanse Gerechtshof worden door mannen gedomineerd. Hoewel de Raad van Ministers voor Oost-Afrikaanse Zaken wordt voorgezeten door een vrouw, is de rest van de leden man.

“Het EAC-Gerechtshof heeft geen vrouw benoemd, terwijl er wel geschikte vrouwelijke kandidaten waren in de lidstaten”, zegt Akatsa-Bukachi.

Het protocol richt zich verder op onderwerpen als geweld tegen vrouwen, verbetering van de financiële zekerheid en voedselzekerheid. Ook gaat het in op gezondheidszorg voor vrouwen, de situatie van jongeren, de media en gemarginaliseerde groepen - inclusief gehandicapten.

Als het protocol wordt goedgekeurd, wordt het bindend voor alle lidstaten. Tot nu toe is er positief gereageerd op het protocol, zegt Alphonse Ojja-Andira, vertegenwoordiger van het Common Market Protocol bij van de EAC namens de Oegandese regering.

Akatsa-Bukachie erkent dat het EAC-protocol geïnspireerd is door het Protocol voor Gender en Ontwikkeling van de Zuidelijk Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC), dat in augustus 2008 werd goedgekeurd. Zij hoopt dat het EAC-protocol in november van dit jaar goedgekeurd kan worden tijdens de top van Oost-Afrikaanse regeringsleiders.