Vrouwenmoorden doen trauma's burgeroorlog herleven
Adrián Reyes
20 juni 2005
Dood aan de teven - ik kom terug, luidde een briefje op één van de lijken. In Guatemala zijn vorig jaar 527 vrouwen vermoord. De wreedheid en de willekeur waarmee de daders tewerk gaan, doen terugdenken aan de allesvernietigende burgeroorlog waarin het Midden-Amerikaanse land verzonk van 1960 tot 1996.
Eind deze maand komen in Guatemala parlementsleden uit Mexico, Spanje en Guatemala samen om een interparlementair netwerk tegen vrouwenmoorden op te zetten. Mexico, een buurland van Guatemala, is gevoelig voor de problematiek door de niet eindigende reeks vrouwenmoorden in Ciudad Juárez. In die grensstad met de VS zijn sinds 1993 al meer dan 350 vrouwen op beestachtige wijze omgebracht. In Spanje eindigen nog altijd opvallend veel echtelijke ruzies met geweld en doodslag.
Maar erger dan in Guatemala is het nergens. De voorbije vijf jaar zijn er bijna 1700 vrouwen vermoord, een verbijsterend cijfer voor een land met amper 12 miljoen inwoners. Vorig jaar was extreem moorddadig. Nogal wat vrouwenlijken zijn zwaar verminkt of dragen sporen van verkrachtingen. Sommige lijken zijn vastgebonden of zelfs vastgenageld; vaak krassen de daders ook beledigingen in de huid van hun slachtoffers.
De moordenaars gaan zich te buiten aan praktijken die de Guatemalaanse ordediensten en doodseskaders gebruikten tegen de linkse opstandelingen die van 1960 tot 1996 actief waren in het land, oordeelt Alba Maldonado, een parlementslid van de Unidad Revolucionaria Nacional Guatemalteca (URNG), de voormalige rebellenbeweging. Een kwart van de 200.000 slachtoffers die dat conflict maakte, bestond ook uit vrouwen. De vredesakkoorden van 1996 maakten een einde aan het conflict, maar volgens Maldonado heeft het jarenlange geweld veel Guatemalanen ongevoelig gemaakt voor menselijk leed. De voormalige strijders hebben na hun demobilisatie nauwelijks begeleiding gekregen, en er zijn ook nog veel wapens in omloop. In een samenleving waar vrouwen nog altijd minderwaardig geacht worden, lijdt dat snel tot extreem geweld bij echtelijke twisten of andere conflicten tussen mannen en vrouwen.
Arturo Soto, de Guatemalaanse ambassadeur in Mexico, ziet ook andere oorzaken. Volgens hem heeft een deel van de moorden te maken met drugssmokkel en afrekeningen tussen rivaliserende bendes. De Guatemalaanse vrouwen beginnen zich te emanciperen, en dat leidt er ook toe dat ze een grotere rol spelen in allerlei activiteiten die het daglicht niet kunnen zien.
Experts zijn het erover eens dat Guatemala meer moet investeren in programma’s die de bevolking weer meer respect bijbrengen voor hun medeburgers. Potentiële vrouwenmoordenaars kunnen afgeschrikt worden door ervoor te zorgen dat meer moorden opgelost en de daders berecht worden. Daartoe moet de gerechtelijke overheid vrouwenmoorden als een apart gegeven erkennen en alle nieuwe zaken systematisch onderzoeken. Er is ook samenwerking met de buurlanden nodig - nu weten daders dat ze makkelijk aan vervolging kunnen ontsnappen door de grens over te steken.
Guatemalaanse mensenrechtenorganisaties zijn verontwaardigd dat hun regering nauwelijks ingaat op dergelijke voorstellen en de schrikbarende statistieken probeert te minimaliseren. Vorig jaar verweet ook de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten de Guatemalaanse regering dat ze veel te weinig onderneemt om vrouwenmoorden te voorkomen en om de daders te vervolgen. (PD)