VS meten met twee maten in Eurazië
Jim Lobe
06 februari 2013
De Verenigde Staten hanteren verschillende maatstaven als het gaat om kritiek op mensenrechtenschendingen in de voormalige Sovjet-staten. Dat staat in een deze week gepubliceerd rapport van het Open Society Institute (OSI).
Het strategische belang van een land lijkt vooral invloed te hebben op de houding van de VS ten aanzien van mensenrechten, volgens het rapport Human Rights and the Failings of U.S. Public Diplomacy Eurasia.
Terwijl de regering van Wit-Rusland consistent harde kritiek te verduren krijgt wegens het onderdrukken van dissidentie, zijn de VS veel stiller als het gaat om onderdrukking in landen die bijvoorbeeld nodig zijn voor de bevoorrading van Amerikaanse troepen in Afghanistan.
“Niemand verwacht dat de retoriek van de VS ten aanzien van bijvoorbeeld Wit-Rusland hetzelfde is als die ten aanzien van landen waarmee de VS een partnerschap heeft”, zegt Tom Malinowski, directeur van Human Rights Watch in Washington. “Maar de mate waarin Amerikaanse diplomaten in Centraal-Azië zich soms lijken te verontschuldigen voor het Amerikaanse mensenrechtenbeleid, verraste me. Kennelijk hebben we niets geleerd van de dagen waarin we dictators in de Arabische wereld steunden, voorafgaand aan de Arabische Lente.”
Dubbele standaarden
Het elf pagina’s tellende rapport wijst erop dat “Amerikaanse functionarissen openlijk landen prijzen die belangrijk zijn voor de Amerikaanse missie in Afghanistan of om andere redenen, zoals Kazachstan en Oezbekistan.” Tegelijkertijd wordt er zo weinig mogelijk gezegd over de tekortkomingen van de landen op het gebied van mensenrechten en democratie, stelt het rapport.
Dergelijke dubbele standaarden roepen cynisme op en ondermijnen de geloofwaardigheid van Washington op het gebied van mensenrechten, zeggen de auteurs. Maar ze kunnen op uiteindelijk ook contraproductief worden. “Het langetermijngevaar dat deze perceptie creëert is duidelijk zichtbaar in opiniepeilingen over de houding van Egyptenaren ten opzichte van de VS na de val van Hosni Moebarak twee jaar geleden”, zegt het rapport.
Moebarak, die aftrad na een volksopstand, werd zelden bekritiseerd door Washington, ondanks zijn discutabele mensenrechtenbeleid en manipulatie van de verkiezingen tijdens zijn 29 jaar durende bewind. Die gewillige houding van de VS had hij vooral te danken aan zijn rol bij het in stand houden Camp David-vredesakkoorden met Israël.
De langdurige steun voor Moebarak zou hebben bijgedragen aan het slechte aanzien dat de VS hebben bij het Egyptische volk.
Koude Oorlog
Zoals de ervaring in Egypte laat zien, is het probleem van dubbele standaarden op het gebied van mensenrechten niet nieuw. Tijdens het grootste deel van de Koude Oorlog, verdedigde Washington – of leverde het slechts milde kritiek op – de militaire dictaturen in Latijns-Amerika en de apartheid in Zuid-Afrika. De angst bestond dat een al te kritische houding linkse regeringen met Sovjet-sympathieën in de kaart zou spelen.
De meer recente reactie van de regering-Obama op de zogenoemde Arabische Lente was niet veel anders. Repressie door autoritaire regimes die VS als vijandig of marginaal voor de Amerikaanse belangen beschouwen, zoals Libië en Syrië, werd hard veroordeeld. De Golfmonarchieën daarentegen, inclusief Bahrein, waar de regering hard optrad tegen de sjiitische meerderheid, worden met fluwelen handschoenen aangepakt. De Amerikaanse Vijfde vloot heeft zijn basis in Bahrein.
Het OSI-rapport erkent dat een “compleet uniform antwoord op mensenrechtengebied onrealistisch is”gezien de vele verschillende relaties die de VS hebben in de wereld. Maar, zo stellen de auteurs, “het is dringend noodzakelijk dat de Amerikaanse publieke diplomatie in deze kwesties consistenter wordt, zodat andere regeringen Amerikaanse verklaringen over mensenrechten serieuzer nemen en de publieke opinie in het buitenland minder cynisch wordt.”