VS nog niet helemaal mee met machtswissel in Bolivia

Nieuws

VS nog niet helemaal mee met machtswissel in Bolivia

Miriam Kagan

18 november 2003

Gonzalo Sánchez de Lozada, de voormalige Boliviaanse president die in oktober moest aftreden na massaal volksprotest, heeft het in de Amerikaanse media nog niet helemaal verkorven. De Washington Post noemde hem onlangs een enorm getalenteerd leider. Sánchez de Lozada verkondigt in de VS dat hij ten val werd gebracht door de drugsmaffia en anti-Amerikaanse, anti-globalistische anarchisten. Andere Bolivianen proberen nu hun versie van het verhaal te slijten in de VS.

Sánchez de Lozada moest opstappen nadat er in oktober in Bolivia 82 doden waren gevallen bij confrontaties tussen betogers en de ordediensten. Leraars, cocaboeren, inheemse actievoerders en vakbondsmilitanten hadden elkaar gevonden in het verzet tegen plannen om Boliviaans aardgas via Chili uit te voeren naar Mexico en de VS. Het hevige protest werd gevoed door de algemene onvrede over een economisch beleid dat de bittere armoede in Bolivia de voorbije jaren niet merkbaar heeft teruggedrongen.

In een opinieartikel in de Washington Post stelde Sánchez de Lozada dat de arme, onwetende Bolivianen die tegen hem in opstand kwamen, misleid werden door mensen met belangen in de cocateelt en anti-Amerikaanse onrustzaaiers. Op die manier verloor Bolivia volgens Sánchez de Lozada een leider die een kwart eeuw van zijn leven aan het herstel van de Boliviaanse democratie heeft gewijd.

Andere Bolivianen laten nu in de VS een afwijkende interpretatie van de feiten horen. Volgens Sacha Llorenti Soliz, de ondervoorzitter van de Boliviaanse mensenrechtengroep Asamblea Permanente de Derechos Humanos de Bolivia die onlangs op bezoek was in Washington, was het vertrek van Sánchez de Lozada het gevolg van een crisis die al lang aansleepte. Bolivia raakte in 1982 zijn laatste dictator kwijt, maar Soliz stelt dat het land enkel een schijndemocratie in de plaats kreeg. Dat wordt het best geïllustreerd door de marginalisering van de inheemse meerderheid in het land. De wijdverbreide corruptie en het gebrek aan respect voor de mensenrechten zijn andere indicaties. De Wereldbank beschouwde Bolivia jarenlang als het op één na meest corrupte land ter wereld. Sinds 1985 zijn volgens Soliz ook al meer dan 300 Bolivianen vermoord door de ordediensten, terwijl duizenden actievoerders het slachtoffer werden van willekeurige arrestaties en andere pesterijen.

Ook het economisch beleid van Sánchez de Lozada, die van 93 tot 97 president was en in 2000 een tweede keer voor het hoogste ambt werd verkozen, is sterk omstreden. Tijdens zijn eerste ambtstermijn veranderde Sánchez de Lozada een oude wet die stelde dat minstens de helft van de winsten die privé-bedrijven halen uit de exploitatie van Boliviaanse bodemschatten, moet worden overgedragen aan de Boliviaanse staat. De belasting op dergelijke winsten werd teruggeschroefd tot 18 procent. In de geheime overeenkomst die Sánchez de Lozada tijdens zijn tweede ambtstermijn uitwerkte met Pacific L&G, het internationale consortium dat Boliviaans aardgas zou uitvoeren naar Mexico en de VS, werden nog meer toegevingen gedaan. Volgens critici zou de deal ertoe geleid hebben dat Bolivia de komende 14 jaar 700 miljoen dollar zou opstrijken als vergoeding voor de export van zijn aardgas, terwijl het consortium meer dan 20 miljard dollar rijker zou zijn geworden.

Carlos Mesa, de opvolger van Sánchez de Lozada, krijgt van de tegenstanders van de voormalige president het voordeel van de twijfel. Hij is in elk geval het legitieme staatshoofd, en geniet vooralsnog de steun van een grote meerderheid van de bevolking. Mesa heeft beloofd een nieuwe grondwet te laten opstellen en heeft voor april een referendum aangekondigd over wat er moet gebeuren met het Boliviaans aardgas.