VS schrappen steun aan grootste Centraal-Aziatische bondgenoot tegen terrorisme
Jim Lobe
16 juli 2004
Mensenrechtenorganisaties in de VS zijn opgetogen over de beslissing van president George W. Bush deze week om 18 miljoen dollar hulp aan Oezbekistan te schrappen. De officiële uitleg is dat het regime van sterke man Islam Karimov niet snel genoeg opschiet met de democratisering en het doen naleven van de mensenrechten. Waarnemers zien het besluit als een teken dat Centraal-Azië zijn strategisch belang voor de Verenigde Staten aan het verliezen is.
Het VS-ministerie voor Buitenlandse Zaken baseert zijn beslissing op een overeenkomst tussen beide landen uit 2002. Die maakt Amerikaanse steun afhankelijk van de mensenrechten en de hervormingen in politiek en gerecht in Oezbekistan. Officieel klinkt het nu dat de regering Karimov “geen vooruitgang maakt met de democratisering en het werk van Amerikaanse hulporganisaties bemoeilijkt”.
Tot een totale breuk in de bilaterale betrekkingen komt het allerminst. De Verenigde Staten blijven met 1000 soldaten aanwezig op een Oezbeekse basis, een overblijfsel van een veel grotere troepenmacht die in 2001 werd ingezet om de Taliban uit Afghanistan te verdrijven. Woordvoerders in Washington en Tasjkent benadrukten dat beide landen strategische partners blijven in de strijd tegen het terrorisme.
Onder het mom van terrorismebestrijding voert Karimov in Oezbekistan een ongenadige repressie tegen islamitische oppositiebewegingen. Toen in maart bij zelfmoordaanslagen vijftig doden vielen, gaf de regering de schuld aan de geweldloze islamitische organisatie Hazb ut-Tahrir. Volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch worden 7000 moslims op verdenking van terrorisme gemarteld en mishandeld in Oezbeekse gevangenissen.
Washington reageerde genuanceerd op de aanslagen. Naast een “gehard doorzettingsvermogen” in de strijd tegen de terreur vermelde het ministerie van buitenlandse zaken ook dat “meer democratie de beste remedie is tegen geweld”.
Een bezoek van VS-defensieminister Donald Rumsfeld in februari werd voorafgegaan door de vrijlating van Fatima Mukhadirova. De vrouw was in de gevangenis beland omdat ze bij de Britse ambassade het lot van haar zoon was gaan aanklagen. De aanhanger van Hizb ut-Tahrir en vader van vier kinderen kwam in de gevangenis om het leven nadat hij was ondergedompeld in kokend water. Volgens het rapport van Human Rights Watch worden gevangenen ook geslagen, verkracht, geëlektrocuteerd of opgehangen aan polsen of enkels.
Maria Brill Olcott, Aziëspecialist bij het Carnegie Endowment for Interational Peace, ziet in de Amerikaanse maatregel een teken van de gewijzigde strategische situatie. “Centraal-Azië is voor de regering Bush niet meer zo belangrijk als drie jaar geleden”, zegt Olcott, “Waarschijnlijk gaat Oezbekistan nu de banden met Rusland opnieuw aanhalen”. (MC/ADR)