VS verdienen goed aan VN
Thalif Deen
10 augustus 2006
De Verenigde Staten slepen jaarlijks gemiddeld meer dan 22,5 procent van de aanbestedingscontracten van de Verenigde Naties binnen. Die nieuwe cijfers van de VN relativeren het Amerikaanse argument dat ze 22 procent van het budget van de wereldorganisatie leveren en dus meer zeggingsschap moeten krijgen.
De VN-lidstaten, en met name de landen die het meeste geld bijdragen, willen weten of hun dollars zo goed mogelijk besteed worden”. Met die woorden richtte de Amerikaanse waarnemend assistent-secretaris van het Bureau van Internationale Organisatie Aangelegenheden Mark P. Lagon, zich eerder dit jaar tot het comité Internationale Relaties in het Huis van Afgevaardigden. Ook de Amerikaanse ambassadeur John Bolton zegt dat het Amerikaanse parlement zich zorgen maakt dat “de VS geen waarde voor hun geld krijgen”.
Maar Lagon en ook Bolton verzwijgen wat de VS terugkrijgen van de VN. In 2002 veroverden ze 24 percent van alle VN-contracten. In 2003 was dat 21,8 procent, in 2004 24,1 procent en in 2005 20,4 procent. Daarmee haalden de VS jaarlijks tussen de 194,3 en de 331,0 miljoen dollar aan VN-contracten binnen. Dat laatste en hoogste bedrag dateert van afgelopen jaar.
De Amerikanen staan daarmee consequent en afgescheiden op de eerste plaats. Ver daarna komt Rusland als tweede, met 13,3 procent van de contracten in 2002, 10,1 procent in 2003, 10,7 procent in 2004 en 7,7 procent in 2005. Rusland betaalt wel maar een fractie van het VN-budget: 1,1 procent, niets in vergelijking met de 22 procent van de VS.
“In termen van kostenbatenverhouding, krijgen de VS evenveel als ze geven (22 procent van het budget)”, zegt een hooggeplaatste VN-functionaris die de aanbestedingen beheert.
Daarbij komt ook dat New York de standplaats is van zowel het VN-secretariaat als van verschillende agentschappen, zoals het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP, het VN-Kinderfonds Unicef en het VN-Bevolkingsfonds. Volgens de toenmalige burgemeester van New York, Rudy Giuliani, droegen de VN en haar agentschappen en diplomatenleger eind de jaren negentig jaarlijks ongeveer 3,2 miljard dollar bij aan de stadseconomie. Dat cijfer zou nu nog beduidend hoger kunnen liggen.
De VS hebben een erg kortzichtig idee van wat de “waarde van hun geld” betekent, vindt James A. Paul, directeur van het New Yorkse VN-waakhond Global Policy Forum. “Voor hen betekent het blijkbaar ‘ga in alles met ons akkoord’. Je kan je ook afvragen wat het zou kosten als de VS een aantal dingen zouden moeten doen die de VN nu voor hun rekening nemen, zoals vredesmissies.”
“Als Bolton klaagt over alles wat Uncle Sam doet voor de VN, klinkt hij als een advocaat voor gangsters die een bloedbad aanrichten in de straten en dan zeuren over de facturen van begrafenisondernemers”, zegt Norman Soloman. Hij is hoofd en oprichter van het niet-gouvernementele Institute for Public Accuracy in Washington en auteur van het boek War Made Easy: How Presidents and Pundits Keep Spinning Us to Death.
Solomon merkt ook nog op dat de locatie van het VN-hoofdkwartier het de VS doodsimpel maakt om er te spioneren en te lobbyen. Begin maart 2003 onthulde de Britse krant The Observer een memo van het Amerikaanse National Security Agency (NSA), het bureau van de Amerikaanse overheid dat gespecialiseerd is in vergaren en analyseren van elektronische informatie. Het agentschap bleek mee te werken aan de pogingen van de VS om een goedkeuring te krijgen van de VN-Veiligheidsraad voor een invasie in Irak. Solomon: “Misschien zou de VS in ruil voor dat voordeel een speciale vergoeding aangerekend moeten worden.” (ADR/PD)