VS verhogen druk op regering Honduras
Daniel Luban
04 september 2009
De Verenigde Staten verhogen de druk op Roberto Micheletti’s ‘de facto’ regering in Honduras. Ze draaien de geldkraan dicht en noemen de afzetting van president Manuel Zelaya voor het eerst een ‘staatsgreep’.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken schorst alle niet-humanitaire financiële hulp aan Honduras. Het gaat om 22 miljoen dollar volgens de New York Times en meer dan 30 miljoen dollar volgens Reuters.
Volgende week wordt beslist over de 135 miljoen dollar humanitaire hulp die Honduras van de VS krijgt via het Millennium Challenge Fund. De kans is groot dat ook die geldkraan dichtgaat omdat de VS de afzetting van president Zelaya voor het eerst een ‘staatsgreep’ heeft genoemd en de steun uit het fonds nauw samenhangt met goed bestuur en de mensenrechtensituatie. Zelaya werd op 28 juni aan de kant geschoven.
“Het herstel van de beëindigde hulp zal gebaseerd zijn op de terugkeer naar een democratisch, grondwettelijk bestuur”, zei het State Department woensdag in een mededeling.
De Amerikaanse regering is ook niet van plan het resultaat van de presidentsverkiezingen te erkennen, die Roberto Micheletti’s ‘de facto’ regering eind november wil houden.
Einde aan onduidelijkheid
Met dit hardere standpunt maakt het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een einde aan wekenlange onduidelijkheid over het Amerikaanse standpunt. Die onduidelijkheid werd nog aangescherpt toen uit een recente brief van Buitenlandse Zaken aan senator Richard Lugar bleek dat het Witte Huis niet ten volle achter de afgezette president zou staan.
Buitenlandse Zaken verstrakte zijn standpunt nu omdat Micheletti’s regering Zelaya nog steeds niet wil laten terugkeren tot de verkiezingen in november, de kern van het zogeheten Akkoord van San José waarvoor de Costa Ricaanse president Oscar Arias heeft bemiddeld.
“De minister van Buitenlandse Zaken heeft de beslissing genomen, in overeenstemming met de wetgeving van de VS, omdat ze de nood aan sterke maatregelen erkent in het licht van het aanhoudende verzet tegen het Akkoord van San José door de de facto-regering en het aanhoudende falen om het democratische, grondwettelijke bestuur van de Honduras te herstellen”, zei Buitenlandse Zaken.
Woensdag had Manuel Zelaya een ontmoeting met minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton in Washington. Dinsdag had Zelaya president Barack Obama opgeroepen een harder standpunt in te nemen tegen de regering van Roberto Micheletti.
Van cruciaal belang
Veel Latijns-Amerika-analisten juichen het hardere Amerikaanse standpunt toe. “Het is van cruciaal belang dat de Amerikaanse regering heeft gezegd dat ze de verkiezingen van november niet zal erkennen”, zegt Vicki Gass, Honduras-specialist bij het Washington Office on Latin America (WOLA). “Maar ik denk dat de boodschap nog sterker was geweest als ze de staatsgreep illegaal had genoemd want dan had ze het de facto-regime duidelijk gemaakt dat het haar menens was met de terugkeer naar de constitutionele orde.”
Rechtse politici en commentatoren die Zelaya’s afzetting een goede zaak vinden, betreuren het verharde standpunt van Washington. “Ik denk dat deze beslissing de Amerikaanse nationale veiligheidsbelangen en prioriteiten voor buitenlands beleid in Honduras en de regio aanzienlijk zal ondermijnen”, zegt de Republikeinse volksvertegenwoordiger Ileana Ros-Lehtinen.
Ros-Lehtinen vindt dat de regering-Obama “diegenen in Honduras straft die
de rechtsstaat, de fundamentele vrijheiden en de democratische waarden overeind proberen te houden.”