VS willen af van ontwikkelingshulp 'oude stijl'

Nieuws

VS willen af van ontwikkelingshulp 'oude stijl'

William Fisher

31 januari 2006

De Amerikaanse regering werkt in stilte aan een nieuw systeem voor ontwikkelingshulp. Dat zeggen deskundigen die wijzen op de afnemende invloed van het voorheen oppermachtige Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID).

Dat USAID minder in de melk te brokkelen heeft, blijkt volgens hen onder meer uit de oprichting van het Millennium Challenge Account (MCA) in 2004 en een aids-bestrijdingsprogramma dat buiten USAID om van de grond kwam. USAID coördineerde vroeger vrijwel alle Amerikaanse ontwikkelingshulp. Het MCA steunt landen met goed bestuur, die investeren in mensen en economische vrijheid.

Een andere ontwikkeling die wijst op verschuiving van verantwoordelijkheden, is de oprichting van een democratiseringsorgaan binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de benoeming van de huidige aids-bestrijdingscoördinator - een man zonder ervaring in de ontwikkelingsbranche - als bestuurder bij USAID.

Dit is eenvoudigweg een nieuw hoofdstuk in de jarenlange machtsstrijd tussen USAID en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat wil ontwikkelingsgeld gebruiken om de politieke agenda van president Bush te versterken, zegt een gepensioneerde USAID-functionaris. Bestrijding van terrorisme en bevorderen van democratie staan centraal bij de besteding van ontwikkelingsgeld.

Ludwig Rudel, die langer dan 25 jaar voor USAID werkte, is echter even kritisch over zijn voormalige werkgever. USAID is allang niet meer effectief, behalve als het gaat om humanitaire hulp en noodhulp, zegt hij. Het grootste deel van het geld wordt gebruikt voor politieke doelen, zoals in Israël, Egypte en Palestina. In landen als Peru en Colombia is ontwikkelingshulp gekoppeld aan de strijd tegen drugs.

In de tijd van het Marshall Plan, vlak na de Tweede Wereldoorlog, lag de prioriteit van USAID nog bij ontwikkelingshulp. Nu bepalen politici volledig hoe het geld besteed wordt. Ontwikkeling is hooguit een onbedoeld bijeffect. Dus wat maakt het uit als USAID wordt opgeslokt door het ministerie van Buitenlandse Zaken?, vraag Rudel zich af.

Pogingen om de invloed van USAID te beperken, zijn niet nieuw. Tot 1999 rapporteerde de organisatie rechtstreeks aan de president. Tijdens de regering van president Bill Clinton (1993 - 2001) veranderde dat. USAID kreeg opdracht om in het vervolg te rapporteren aan de minister van Buitenlandse Zaken. In het Congres werd al een enkele maal voorgesteld om het agentschap op te laten gaan in het ministerie.

USAID heeft een jaarlijks budget van veertien miljard dollar (11,5 miljard euro) en werkt in meer dan honderd landen. Het werk varieert van het coördineren van programma’s voor armoedebestrijding, onderwijs, gezondheidszorg, economische ontwikkeling en exportpromotie tot politieke hervormingen en noodhulp.

Het ministerie van Buitenlandse zaken wil dat meer geld besteed wordt aan democratisering en het bevorderen van handel en veiligheid in ontwikkelingslanden. Minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice zei vorige week dat Washington de relatie tussen ontwikkelingshulp en terrorismebestrijding wil versterken.

Critici vrezen echter dat ontwikkelingshulp te veel een politiek instrument wordt als Rice haar zin krijgt. We zijn bang dat langetermijn-projecten minder aandacht krijgen dan korte, diplomatieke projecten of militaire doelstellingen, aldus Jim Bishop van InterAction, de grootste coalitie van niet-gouvernementele hulpverleningsorganisaties in de VS.

Buitenlandexperts hebben verschillende visies op hoe de Amerikaanse ontwikkelingshulp verbeterd kan worden. Alle hulp die gerelateerd is aan veiligheid, zoals in Israël en Egypte, zou gecoördineerd moeten worden door het ministerie van Defensie, zegt Jack N. Behrman, emeritus-professor aan de Universiteit van North Carolina. Steun die gericht is op het bevorderen van privatisering, zou onder het ministerie van Handel moeten vallen. Voor democratisering moet volgens hem een onafhankelijk agentschap worden opgericht dat rechtstreeks door het Congres wordt gefinancierd.

Samer Shehata, arabist aan de Universiteit van Georgetown, vindt het een slecht idee om USAID te laten opgaan in het ministerie van Buitenlandse Zaken. De meeste bilaterale hulp van de VS is politiek getint en de programma’s van USAID zijn daar geen uitzondering op. Maar als het agentschap geabsorbeerd wordt door het ministerie, of als het een instrument wordt om democratie te bevorderen, dan sneeuwen minder politiek-getinte programma’s nog verder onder, aldus Shehata. (JS/PD)