Waarom links geen kans maakt in Colombia
IPS
27 mei 2014
Ondanks grote ongelijkheid en de hang naar links in Latijns-Amerika, kiest de bevolking in Colombia consistent voor conservatieve politiek.
Een Colombiaan brengt zijn stem uit bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van afgelopen zondag.
CC BY-NC 2.0 Globovision
Na een ongebruikelijk harde campagne, gekenmerkt door hack- en corruptieschandalen, gaan twee rechtse politici door naar de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in juni. Tijdens de eerste ronde afgelopen zondag, kreeg Oscar Zuluaga, een uiterst rechtse econoom, 29 procent van de stemmen. Zijn concurrent, de huidige president en voormalige minister van defensie, de conservatief Juan Manuel Santos, kreeg 25 procent van de stemmen.
Alvaro Uribe, president van Colombia tussen 2002 en 2010, speelde een belangrijke rol in de verkiezingen. Zijn steun voor Zuluaga leidde ertoe dat de voormalige minister van Financiën een koploper werd.
Santos en Zuluaga delen dezelfde visie op de economie, maar verschillen als het gaat om de vraag hoe het al vijftig jaar durende burgerconflict in het land moet worden opgelost. De strijd tussen linkse guerrillastrijders, rechtse paramilitairen en het leger leidde in de afgelopen jaren tot meer dan 125.000 doden. Zo’n 5,7 miljoen mensen werden vluchteling in hun eigen land.
Santos wil onderhandelingen met de FARC-rebellen, de grootste opstandelingengroep, terwijl Zuluaga terug wil naar de militaire aanpak die eerder door Uribe werd ingezet. “Stem voor een vrij land, niet voor de Castro-Chavez-tirannie waar de huidige regering zich mee inlaat”, zei Uribe tijdens een campagnebijeenkomst voor Zuluaga. Hij vergeleek daarmee de conservatieve regering van Santos met de linkse regeringen in Cuba en Venezuela.
Lage opkomst
De grootste verrassing van de campagne was de lage opkomst. Zestig procent van de kiesgerechtigden kwam niet opdagen, de laagste opkomst in veertig jaar. De meeste opiniepeilingen voorspelden dat Santos en Zuluaga door zouden gaan naar een tweede ronde. In onderzoek naar de oorzaken van de lage opkomst gaven kiezers aan dat wantrouwen van politici, corruptie en het geloof dat er toch niets verandert, hen ervan weerhield een stem uit te brengen.
“De Colombiaanse democratie is de afgelopen twaalf jaar zwakker geworden”, zegt Nelly Osorio Duarte, een advocate. “Corruptie is het grootste probleem waar we mee te maken hebben. De macht moet beter verdeeld worden. Die is nu te veel geconcentreerd in de handen van de president en de elite.”
Colombia is een buitenbeentje in de regio. Andere landen, zoals Ecuador, Venezuela, Argentinië en Brazilië, hebben allemaal sociaaldemocraten of socialisten gekozen. Colombia behoort tot de landen met de grootste ongelijkheid in de wereld en kent veel arme plattelandsgezinnen en stadsbewoners. Er heerst veel wantrouwen ten opzichte van de elite, die beschuldigd wordt van grove mensenrechtenschendingen. Analisten zijn verdeeld over de vraag waarom links niet beter scoort in Colombia.
“Linkse politieke partijen onderscheiden zich in hun uitspraken onvoldoende van de linkse gewapende groepen”, zegt Carlos Florez Lopez, auteur van ‘Right and Left in Colombia 1920-1936’. “Sommige partijen geloven in diversiteit van tactieken.”
Drugshandel
Na tientallen jaren bloedvergieten heeft een groot deel van het Colombiaanse volk genoeg van de gewapende, linkse rebellen – inclusief de Revolutionaire Gewapende Strijdkrachten van Colombia (FARC), het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) en de 19 Aprilbeweging. Deze groepen worden in verband gebracht met drugshandel, afpersing, ontvoering en het rekruteren van kindsoldaten.
Eleazar Rodriguez, een slager in Medellin, is kwaad op de traditionele elite. Hij maakt zich zorgen over ongelijkheid. Rodriguez zou een typische linkse kiezer kunnen zijn, maar toch stemt hij rechts. “We stemmen niet op links vanwege de pijn die de linkse guerrillastrijders ons bezorgd hebben”, zegt hij.
Clara Lopez van de linkse Democratische Partij Polo kreeg meer dan 15 procent van de stemmen, meer dan verwacht. Sommige linkse kiezers hopen dat ze Santos zal steunen tijdens de tweede verkiezingsronde, zodat het vredesproces kan doorgaan.
Nazih Richani, politicoloog aan de Kean University, beweert dat geweld – meer dan imagoproblemen of relaties met linkse guerrillagroepen – de oorzaak is van de zwakte van links. “Veel linkse leiders, vakbondsleiders, studentenleiders, boerenleiders en vrouwenleiders zijn vermoord”, zegt ze. “Rechtse regimes vermoorden de linkse oppositie. Hoe kan links zich dan organiseren en politieke macht verwerven?”
Tussen 1986 en 2013, werden volgens het Pulitzer Center meer dan 2.800 vakbondsactivisten vermoord in Colombia. De moorden zijn onderdeel van een “politieke genocide” van linkse sociale bewegingen door de elite, zegt Richani.
Slechts 1 procent van de landbezitters heeft meer dan de helft van de landbouwgrond in handen, blijkt uit cijfers van het VN-Ontwikkelingsprogramma. Dat betekent dat een groep van min of meer feodaal ingestelde conservatieven grote macht heeft, zegt Richani. “Zelfs in 2014 worden er nog wekelijks boerenleiders vermoord”, zegt hij.