"Weinig te merken van beloofde vrijheid en vrede in Libië"

Nieuws

"Weinig te merken van beloofde vrijheid en vrede in Libië"

Karlos Zurutuza

13 december 2011

De Libische rebellen hebben de hoofdstad Tripoli sinds augustus in handen, maar de inwoners zijn er niet over te spreken. "Is dit de vrijheid en vrede die rebellen zouden brengen, zijn dit de nieuwe leiders van Libië?" vraagt de dertigjarige taxibestuurder Bashar zich af.

“Vroeger was je een aanhanger van Khadaffi als je met een terreinwagen reed, vandaag heeft elke rebellenaanvoerder er een”, hekelt Bashar. Er is met andere woorden niet zoveel veranderd. Zoals de meeste Libiërs heeft Bashar slechts een soort bestuur gekend, onder Khadaffi. Vandaag zijn er andere leiders, maar daar is hij niet gelukkig mee. “Is dit de beloofde vrijheid en vrede?” vraagt hij zich af als hij nog maar eens aan een controlepost van de militieleden moet stoppen.

Bij het zien van de verwoesting in Bab al-Aziziya, de voormalige residentiële bunker van Khadaffi, wordt Bashar weemoedig. De littekens van de oorlog zijn ook duidelijk zichtbaar in de wijk Abu Salim, op 3 kilometer van het Martelaarsplein in hartje Tripoli: bomkraters en zwartgeblakerde vensters, waaraan soms wasgoed hangt te drogen.

In het gebied van de oude markt keert het leven langzaam terug. Maar weinigen hebben hun kraam opnieuw geopend in de grote markt die door NAVO-bombardementen tot puin werd herleid. “De mensen trekken weg”, verklaart Abdul Rahman, die nu ook tweedehandskranen verkoopt naast het keukenmateriaal dat hij verkocht voor de oorlog uitbrak. “Iedereen is bang voor de militiepatrouilles. Ze dringen huizen binnen zogezegd op zoek naar aanhangers van Khadaffi en brengen jongeren naar een geheime locatie.”

Foltering

Volgens een VN-rapport van vorige maand worden ongeveer zevenduizend mensen vastgehouden in Libische detentiecentra die door milities van de “revolutionaire brigade” worden gecontroleerd. Voor de vergadering van de Veiligheidsraad over de wederopbouw van Libië, verklaarde Ban Ki-moon dat er onder de gevangenen buitenlanders en heel wat vrouwen en kinderen zijn. Verschillende werden gefolterd, aldus het rapport.

Bilal uit Abu Salim was een van de velen die werden opgesloten in de gevangenis van Jdeida, het belangrijkste detentiecentrum van Tripoli. Hij zal nooit de verschrikkelijke week vergeten die hij daar heeft doorgebracht voor hij zonder enige uitleg werd vrijgelaten. “Ze beschuldigden me ervan dat ik me had aangesloten bij de troepen van Khadaffi en een vrouw en twee kinderen had vermoord. Ik werd dagelijks gefolterd met elektroshocks en brandende sigaren.”

Getuigenissen als die van Bilal komen ook vaak voor buiten de Libische hoofdstad. Majer, een stad op 150 kilometer van Tripoli, was op 8 augustus het doelwit van een NAVO-luchtaanval. Volgens de toenmalige woordvoerder van Khadaffi vielen daarbij 85 burgerdoden. De NAVO had het over militairen en huurlingen.

Familieleden van de slachtoffers verklaarden aan IPS dat ze 35 mensen hebben begraven. Vandaag zijn deze gezinnen in diepe rouw over het verlies van hun naasten, maar ook ongerust over de milities die voortdurend dit voormalige bolwerk van Khadaffi-getrouwen doorkruisen. “We zijn de zondebok van het nieuwe regime. Ze hebben onze eigendom geplunderd, onze auto’s gestolen en beschuldigen ons van allerlei misdaden”, klaagt inwoner Merwan.

Corruptie

Terug in Tripoli rijdt de veertigjarige Suleyman nog met dezelfde luxueuze terreinwagen als drie jaar geleden. Hij heeft een fortuin verdiend in de bouw en “import en export” tijdens het vorige regime. “Natuurlijk was er corruptie onder Khadaffi, maar volgens mij niet meer dan in andere landen van het Midden-Oosten of zelfs in Europese landen aan de Middellandse Zee.”

Suleyman geeft toe dat hij trouw bleef aan de afgezette kolonel tot het bittere einde. Wat de toekomst ook zal brengen, de geslaagde ondernemer lijkt niet ongerust over het recente geweld dat zijn land heeft veranderd. “Wij zakenmannen vinden altijd onze weg door de jungle. Bovendien zijn mijn contacten in de nieuwe regering nagenoeg dezelfde als ervoor.”