Wereldgezondheidsorganisatie promoot succesmodel voor veilige bloedtransfusies

Nieuws

Wereldgezondheidsorganisatie promoot succesmodel voor veilige bloedtransfusies

Mattias Creffier

10 juni 2004

Ter gelegenheid van de Werelddag van de bloedgevers op 14 juni zetten de Wereldgezondheidsorganisatie en het Rode Kruis de “Club Belofte 25” in de schijnwerpers. Schoolverlaters kunnen lid worden van de club wanneer ze beloven voor hun 25ste levensjaar 25 keer bloed te geven. Deze manier om jonge mensen in arme landen aan te sporen om vrijwillig bloed te geven, heeft zijn succes bewezen in diverse landen en zorgt niet alleen voor meer bloed, maar damt ook de aidsepidemie in.

82 procent van de wereldbevolking heeft geen toegang tot voldoende en veilige bloedtransfusies. Bloed is nochtans van levensbelang bij de behandeling van bloedarmoede bij kinderen door malaria of ondervoeding en de gevolgen van zwangerschapscomplicaties.

Slechts 39 van de 178 door de WGO onderzochte landen hebben een systeem dat voor honderd procent draait op vrijwillige, onbetaalde bloedgiften. 89 procent van de ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van betaalde donoren of van mensen met een gift het bloed compenseren dat een lid van de familie kreeg toegediend. Dit “onvrijwillige” bloed is doorgaans minder veilig: de donoren zijn vaker besmet met hiv, syfilis en hepatitis B en C. Dat is een groot probleem, want ook de controle van het donorbloed laat in arme landen te wensen over. 20 landen hebben geen waterdichte controles voor hiv, 24 voor syfillis, 24 voor hepatitis B en 37 voor hepatitis C. Een land controleert zelfs helemaal niet op HIV-besmetting. Slechts dertig procent van de onderzochte landen hebben een nationale instelling die bloedtransfusies coördineert.

Om zowel aan het bloedtekort als aan de onveiligheid van het bloed iets te doen, blijkt het model “Club 25” of “Belofte 25” een uitgekiende strategie, zo stellen onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie en het Internationale Rode Kruis. Het model ontstond in Zimbabwe en wordt nu ook toegepast in Haïti, India, Indonesië, Malawi, de Filipijnen, Uganda en Zuid-Afrika.

Het programma heeft als gunstig neveneffect dat de donoren meer op hun gezondheid letten. In Zimbabwe daalde het aantal seropositieven onder bloeddonoren van 4,45 procent in 1989 tot 0,61 procent in 2001, bij geen gemiddelde besmettingsgraad van meer dan dertig procent. Veel van de “Clubleden” hebben een succesvolle job en zijn uitgegroeid tot leidersfiguren in hun gemeenschap. Sommigen plannen al een vervolg: de “Club Belofte 50”. (ADR)