Wereldvoedseldag: boeren zijn het antwoord

Nieuws

Wereldvoedseldag: boeren zijn het antwoord

Imke van den Akker

16 oktober 2008

Terwijl de meeste ogen in de westerse wereld gericht zijn op de financiële crisis, hebben mensen aan de andere kant van de wereld te maken met een andere crisis. Vandaag, tijdens de internationale Wereldvoedseldag, wordt speciale aandacht gevraagd voor de nog immer woedende voedselcrisis.

Er is genoeg eten voor iedereen. Toch is het aantal ondervoede mensen het afgelopen jaar wereldwijd gestegen met 44 miljoen tot een totaal van bijna een miljard, blijkt uit cijfers van de Wereldbank. Een van de oorzaken van deze immense stijging is de voedselcrisis. De voedselprijzen zijn het afgelopen jaar gestegen met 30 tot 150 procent. Een ramp voor mensen in ontwikkelingslanden die soms driekwart van hun inkomen aan eten besteden.

Slechte oogsten door de klimaatverandering, hoge brandstofprijzen, de stijgende vraag naar vlees, vis en zuivel, de groeiende vraag naar energie, speculatie op de grondstoffenmarkt en beschermende maatregelen van een aantal landen: allemaal oorzaken van de voedselcrisis. Maar volgens het vandaag verschenen rapport Double-Edged Prices van Oxfam International, heeft de crisis een dieperliggende reden.

Kleine boeren

Zowel de ontwikkelingslanden zelf, als de internationale ontwikkelingshulp hebben zich de afgelopen jaren te veel gericht op de industrialisatie. De hulp aan kleine boeren is – volgens het rapport - van 18 procent van het totaal in de jaren ’80 gedaald naar 4 procent nu. De kleine boeren hebben niets gehad aan de hoge voedselprijzen. Dat komt doordat het slechte handels- en landbouwbeleid hen heeft tegengewerkt en juist zwakker maakte, zegt Oxfam in het rapport. Door het verwaarlozen van de landbouw in het Zuiden, zagen de boeren zich gedwongen hun werk stil te leggen en naar de sloppenwijken in de steden te verhuizen. Voor hen is geen plaats in een wereldeconomie, die de landbouw afstemt op de vraag van de multinationals.

In landen waar men wél investeerde in kleinschalige landbouw en aandacht was voor de familiale boeren, zijn de gevolgen van de voedselcrisis minder erg. In landen waar liberale  handel de norm was, is te weinig in de landbouw geïnvesteerd en zijn de gevolgen verwoestend geweest. Duidelijk is dus dat er meer geïnvesteerd had moeten worden in de ontwikkeling van een duurzame familiaire landbouwsector, waardoor de voedselcrisis voor veel mensen minder ernstige gevolgen zou hebben.

Oplossingen

Het probleem van honger in de wereld vraagt om de inzet van regeringen van Westerse en ontwikkelingslanden. Boeren moeten meer kansen krijgen om hun productie te verhogen en een goede prijs te krijgen voor hun producten. Het rapport van Oxfam draagt drie manieren aan waarop de hoge voedselprijzen aangepakt kunnen worden:  investeren in en hervormen van de landbouw, eerlijker handelsbeleid waarbij voedselzekerheid het doel is, en steun aan de armste mensen om de gevolgen van voedselcrisis op te vangen.

Dat houdt in dat de kleinschalige landbouw, die miljoenen mensen in de wereld van werk voorziet, moet tegen de macht van de landbouwconcerns beschermd worden. Het behoud van de biologische diversiteit en van de kennis van de plaatselijke omstandigheden is ook noodzaak voor het (over)leven op aarde. Akkoorden van de Wereldhandelsorganisatie mogen het de staten niet langer moeilijk maken om de verzorging van hun eigen bevolking voorrang te verlenen. De subsidies voor export van landbouwproducten - zowel directe als indirecte - moeten afgeschaft worden en wel onmiddellijk. Alleen dan kan de voedselcrisis tot halt geroepen worden.

Tags