Wereldwijde samenwerking in strijd tegen kindermisbruik

Op dinsdag 12 juli werd het Global Partnership End Violence Against Children Everywhere gelanceerd in New York. Directeur Anthony Lake van het VN-Kinderfonds Unicef zei dat ‘miljoenen kinderen elke dag hun eigen strijd voeren.’

‘Het jongetje dat niet naar school durft omdat hij gepest wordt of omdat de leraar hem slaat. Het meisje dat te maken heeft met cyberpesten. Het kind dat thuis misbruikt wordt. Dit geweld beschadigt niet alleen het lichaam, maar ook de geest en het zelfvertrouwen. Het hindert zelfs de cognitieve ontwikkeling en dus de toekomst van het kind.’

Ziek

Het nieuwe partnerschap, een samenwerking van VN-organisaties, ngo’s, onderzoeksorganisaties en overheden, erkent dat geweld invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. Ze worden er ziek van, gaan soms niet naar school en hun ontwikkeling in algemene zin wordt belemmerd.

Gisteren werd ook een fonds gelanceerd met een startinjectie van 40 miljoen Britse pond uit Groot-Brittannië. Dit land gaat zich met name richten op het bestrijden van seksueel misbruik van kinderen via internet. Het fonds heeft echter een ambitieuzer doel. Het wil een miljard dollar bijeenbrengen, een dollar per getroffen kind. Dat doel is wellicht moeilijk te realiseren, gezien het feit dat andere VN-fondsen het al zeer moeilijk hebben hun doelen te halen.

Betere coördinatie

Ondanks de uitdagingen zijn er veel data die de noodzaak tot een meer gecoördineerde internationale aanpak in de strijd tegen geweld tegen kinderen ondersteunen. Wereldwijd heeft een op de vier kinderen te maken met fysiek geweld. Bijna een op de vijf meisjes wordt minstens eenmaal in haar leven seksueel misbruikt en elke vijf minuten overlijdt er een kind door geweld, blijkt uit cijfers van het partnerschap.

‘De schaal waarop dit probleem zich voordoet, kan overweldigend zijn. Het is belangrijk onszelf eraan te herinneren dat er individuele kinderen achter deze statistieken schuil gaan’, zei Trihadi Saptoadi van World Vision International bij de lancering.

Saptoadi gaf het voorbeeld van een veertienjarig meisje dat uit Libanon was gevlucht. ‘Ze droomde ervan om advocaat te worden, maar haar vader kon niet voor haar zorgen en dwong haar te trouwen met een oudere man. Ze vertelde dat die man haar sloeg en dat ze aan zelfmoord dacht. Dat kun je niet afdoen als pech in het leven of een onontkoombaar gevolg van oorlog’, zei Saptoadi.

Nationale plannen

Om de problematiek aan te pakken op wereldwijd niveau, heeft het nieuwe partnerschap ook een pakket van ‘zeven bewezen strategieën om geweld tegen kinderen te voorkomen’ gelanceerd. Dat pakket is ontwikkeld door tien internationale organisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het CDC en Unicef.

Vier landen, Zweden, Mexico, Indonesië en Tanzania, gaven bij de lancering aan specifieke plannen te gaan ontwikkelen om geweld tegen kinderen tegen te gaan. Sihaba Nkinga, minister van Gezondheid van Tanzania, zei dat zijn land ‘wakker is geschud’ na een onderzoek dat de omvang van het probleem blootlegde. Tanzania wil een nationaal plan ontwikken om geweld tegen kinderen en vrouwen te bestrijden, zei ze.