Wereldwijde visconsumptie stijgt fors tegen 2030

Nieuws

Latijns-Amerika lust ineens wel vis

Wereldwijde visconsumptie stijgt fors tegen 2030

Wereldwijde visconsumptie stijgt fors tegen 2030
Wereldwijde visconsumptie stijgt fors tegen 2030

IPS

10 juli 2018

De wereldwijde consumptie van vis zal fors toenemen tegen 2030, vooral in ontwikkelingslanden. Opvallende groeier is Latijns-Amerika.

Unsplash (CC0)

Unsplash (CC0)​

De wereldwijde consumptie van vis zal fors toenemen tegen 2030, vooral in ontwikkelingslanden.

Tegen 2030 zal de visconsumptie overal ter wereld toenemen, met een forse stijging in Latijns-Amerika (+33 procent), Afrika (+ 37 procent), Oceanië (+ 28 procent) en Azië (+ 20 procent).

Dat stelt het jaarrapport The State of World Fisheries and Aquaculture 2018 (Sofia in het Engels).

Per inwoner zal de visconsumptie in 2030 naar verwachting 21,5 kilogram zijn, tegenover 20,3 kilogram in 2016. De consumptie per inwoner zal in alle regio’s toenemen, behalve in Afrika (-3 procent).

Grootste viseters

De hoogste groeipercentages per inwoner worden voorspeld voor Latijns-Amerika (+18 procent) en voor Azië en Oceanië (+8 procent elk).

Ondanks de stijging in de andere regio’s zullen de Aziaten veruit de grootste viseters blijven. In 2030 zal 71 procent van de vis voor menselijke consumptie (184 miljoen ton) worden geconsumeerd in Aziatische landen.

Oceanië en Latijns-Amerika laten een stevige inhaalbeweging zien in visconsumptie, maar zullen ook in 2030 de kleinste viseters zijn.

Netto-exporteur

Volgens de State of World Fisheries and Aquaculture 2018 (Sofia in het Engels) zal de visconsumptie in Latijns-Amerika en de Caraïben tegen 2030 met 33 procent stijgen.

Dat is een belangrijke trendbreuk, zegt de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties. Vandaag is de regio een netto-exporteur van vis. Ze kent het laagste visverbruik per persoon in de wereld: slechts 9,8 kilogram per jaar.

In 2015 consumeerde de regio slechts 6,2 miljoen ton vis, minder dan alle andere regio’s in de wereld, behalve Oceanië.

Tegen 2030 verwacht het Sofia-rapport overal ter wereld een stijging van de visconsumptie, met een forse stijging in Latijns-Amerika (+33 procent), Afrika (+ 37 procent), Oceanië (+ 28 procent) en Azië (+ 20 procent).

Groei van aquacultuur

Het Sofia-rapport voorspelt ook een forse groei in de visproductie (visserij en aquacultuur) in Latijns-Amerika. In 2030 zal die met 16 miljoen ton een kwart hoger liggen dan vandaag (12,9 miljoen ton). Vooral de aquacultuur zal fors groeien, met maar liefst 49 procent (van 2,7 miljoen naar 4 miljoen ton).

Op dit moment werken in de regio al 3,8 miljoen mensen in de aquacultuur.

Ondanks de toegenomen consumptie bij de eigen bevolking zal Latijns-Amerika in 2030 nog altijd een netto-visexporteur blijven.

De visuitvoer zal met 29 procent toenemen (van 3,9 miljoen naar 5,1 miljoen ton). De invoer zal met 53 procent stijgen (van 2,3 miljoen naar 3,5 miljoen ton).

De visexport in Latijns-Amerika bestaat voornamelijk uit garnalen, tonijn, zalm en vismeel, die uit Ecuador, Chili en Peru komen. De uitvoer nam in 2017 opnieuw toe ten opzichte van het jaar voordien, een gevolg van de hogere productie en een opleving van de tonijnprijzen.

Ansjovis

De visvangst op zee daalde wereldwijd met bijna 2 miljoen ton in 2016 ten opzichte van 2015 (van 81,2 miljoen naar 79,3 miljoen ton). De helft van die daling deed zich in Peru en Chili voor. Daar viel de ansjovisvangst fors terug. Door de invloed van het weerfenomeen El Niño schommelt die vangst sterk.

Ondanks de daling blijft Peru de grootste producent en exporteur van vismeel en visolie ter wereld.