“Werknemers betalen gelag kredietcrisis”

Nieuws

“Werknemers betalen gelag kredietcrisis”

Gustavo Capdevila

19 maart 2008

De werknemers zullen uiteindelijk het gelag betalen van de kredietcrisis. Zo zien vakbondsleiders binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) het. Wereldbankvoorzitter Robert Zoellick is minder pessimistisch. Volgens hem zijn de ontwikkelingslanden nu beter bestand tegen financiële schokken dan de voorbije decennia.

Banenverlies en armoede: dat zullen de uiteindelijke gevolgen zijn van de Amerikaanse kredietcrisis die het internationale financiële systeem op zijn grondvesten doet schudden.
Internationale vakbondsleiders zeiden dat maandag aan vertegenwoordigers van regeringen en werkgevers tijdens een bestuursvergadering van de ILO, het VN-agentschap dat zich over arbeidsvraagstukken buigt. In het ILO-bestuur zitten de internationale vertegenwoordigers van de drie sectoren.

Millennium

Het nettoresultaat van de wereldwijde financiële crisis zal zijn dat werknemers hun job kwijtraken, zoals altijd, zei Roy Trotman uit Barbados, voorzitter van de werknemersgroep in de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Volgens Trotman dreigt de financiële crisis de armste werknemers nog dieper in de armoede te duwen. Hij vreest dat de bescheiden vooruitgang die geboekt is in het bereiken van de VN-Milleniumdoelstellingen, verloren gaat. Een van die acht doelen is het halveren van de armoede en honger in de wereld tegen 2015. Werknemers en hun families zullen geen geld meer hebben om aan hun basisbehoeften te voldoen, waarschuwt Trotman.
Het debat maandag vertrok van de studie die de ILO in februari maakte over de negatieve gevolgen van de kredietcrisis voor de tewerkstelling, de kleinhandel en andere sectoren. Trotman vergelijkt de huidige situatie met gelijkaardige crises de voorbije twintig jaar in Rusland en Azië. Volgens de ILO-topman bewijzen al die crises het gebrek aan “adequaat bestuur van de financiële markten”. De markten kunnen zelf die crises niet oplossen, en de werknemers betalen het gelag, aldus Trotman.

Beter bestand

Wereldbankvoorzitter Robert Zoellick, die maandag gastspreker was, is minder pessimistisch. Volgens hem zijn er opvallende verschillen met de crisis van de jaren ’80 en ’90. De vorige crises begonnen in de ontwikkelingslanden, nu begon alles in de geïndustrialiseerde landen, merkt hij op. Bovendien zijn de ontwikkelingslanden nu beter bestand tegen financiële schokken. De economie in China en India blijft groeien, waardoor het ook voor Brazilië en andere opkomende economieën de goede kant uit gaat. Toen midden vorig jaar de eerste financiële problemen duidelijk werden, werden ook de opkomende economieën kwetsbaarder, maar dankzij juiste regeringsbeslissingen bleef de situatie daar onder controle, zegt Zoellick.
De ILO-studie noemt de financiële markten het meest geïntegreerde deel van de wereldeconomie. Daardoor heeft de kredietcrisis gevolgen voor bedrijven en werknemers in de hele wereld. Investeringen en consumptie ontsnappen er niet aan. De productie van de rijke landen krijgt klappen, en via de handelsrelaties die van de ontwikkelingslanden dus ook.
De studie geeft toe dat ze niet precies kan inschatten hoe ver de crisis zich zal uitstrekken en hoe zwaar ze de productie en werkgelegenheid zal raken.
De VS-vertegenwoordiger in het ILO-bestuur, Charlotte Ponticelli, maakte bezwaar tegen de conclusies van de studie. Ze vindt dat de ILO zich beter op de oplossingen van het probleem had geconcentreerd in plaats van op de diagnose.