WFP moet ingrijpen om nieuwe hongeropstoot te bedwingen
Néfer Muñoz
26 februari 2003
Tienduizenden gezinnen in vier Centraal-Amerikaanse landen hebben niet genoeg te eten omwille van droogtes en de crisis op de koffiemarkt. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties verleent nu al voedselhulp aan anderhalf miljoen mensen en plant een nieuwe campagne in maart.
De voedselonveiligheid is het gevolg van herhaalde natuurrampen en plaatst gezinnen in Guatemala, Honduras, Nicaragua en El Salvador in een erg kwetsbare positie, zegt WFP-woordvoerder Jordan Dey. De VN-organisatie verdeelt voedsel in scholen, aan moeders met kinderen en organiseert programma’s die arbeid belonen met een maaltijd.
Met een nieuwe campagne in maart wil het WFP 690.000 mensen bereiken die niet genoeg geld hebben om rond te komen. Het gaat om 260.000 mensen in Honduras, 200.000 in Guatemala, 150.000 in Nicaragua en 100.000 in El Salvador. Vooral in Nicaragua is de toestand zorgwekkend. De overheid, ngo’s en internationale organisaties werken er samen om de voedselverdeling aan jonge kinderen te verbeteren. Alleen al in het departement Matagalpa ten noorden van Managua hebben 10.000 vrouwen en 7.500 kinderen dringend hulp nodig.
Honger vermindert het leervermogen en maakt het kinderen moeilijker vooruitgang te boeken in hun studies, zegt Krystyna Bednarska van het WFP in Nicaragua, Hulp voor de voeding en het onderwijs van kinderen is dus bijzonder relevant. In 4.100 Nicaraguaanse scholen lopen programma’s om maaltijden aan te bieden aan 326.000 kinderen.
De meerderheid van de 36 miljoen Centraal-Amerikanen leeft in armoede. De regio wordt gekenmerkt door politieke en sociale fragmentatie en de vier ergst getroffen landen kregen na de orkaan Mitch in 1998 af te rekenen met periodes van ongewone droogte. De voedselproblematiek leidt volgens specialisten tot allerlei sociale problemen, onder meer hogere misdaadcijfers. Sociologen spreken van anomie wanneer de armste lagen van de bevolking niet langer geloven in de algemene normen en waarden van de samenleving.
De eerste norm eraan moet geloven is het respect voor privé-bezit, omdat arme mensen niet inzien waarom ze niet gewoon kunnen nemen wat ze nodig hebben. El Salvador, Guatemala, Honduras en El Salvador kregen de laatste jaren af te rekenen met een ongeziene golf van diefstallen, overvallen en ontvoeringen. Honger kan ook leiden tot frustraties bij gezinshoofden en meer geweld tegenover vrouwen en kinderen.
Specialisten wijten de problemen van Latijns-Amerika ten dele aan onvoltooide vredesprocessen in de regio. De oorlogen tussen guerrillabewegingen en militaire junta’s zijn afgelopen, maar de vredesakkoorden hebben niet tot betere levensomstandigheden geleid voor het overgrote deel van de bevolking. De omstandigheden zijn vandaag slechter dan wanneer in diverse landen gewelddadige opstanden uitbraken, meent Daniel Camacho van de Commissie voor de Verdediging van de Mensenrechten in Centraal-Amerika