WHO-onderhandelaars blijven hameren op vermindering EU-landbouwbudget
Gustavo Capdevila
15 juli 2002
De hervormingsplannen voor het landbouwbeleid van
de Europese Unie, die verleden week door de Europese Commissie werden
voorgesteld, gaan in de goede richting, maar niet ver genoeg. Dat lijkt de
teneur bij de onderhandelaars die in de Wereldhandelsorganisatie (WHO) de
belangen verdedigen van de landbouwexporterende economieën in het zuiden.
De Europese commissie stelt voor niet langer subsidies te betalen in
functie van de productie, om de beruchte boterbergen en melkplassen door
overproductie in het verleden te doen verdwijnen. Het landbouwbudget zou
voortaan gaan naar inkomenssteun voor boeren die bij de productie blijk
geven van respect voor de gezondheid van dier, mens en milieu.
Hoewel de Unie dus niet minder geld gaat besteden aan de landbouw, moet de
Urugayaanse onderhandelaar Carlos Pérez del Castillo toegeven dat er een
verandering van visie is. Een globale evaluatie valt voor de Uruguyaan
niettemin negatief uit, bij gebrek aan meer ambitieuze hervormingen.
De Australische handelsminister Mark Vaile merkt op dat de EU geen enkel
engagement neemt voor de vermindering van de exportsubsidies, die de
concurrentieverhoudingen op de internationale landbouwmarkten vervalsen. De
Cairns-groep van 18 landbouwexporterende landen blijft aansturen op een
gevoelige verlaging van de Europese landbouwuitgaven. Die maken elk jaar
ongeveer de helft van het EU-budget op en gaan ten koste van de producenten
van landbouwproducten in ontwikkelingslanden.
Het Europese plan bepaalt een vermindering van de directe landbouwsteun met
20 procent, gespreid over zeven jaar. Volgens Pérez del Castillo verdwijnen
die uitgaven echter niet uit de sector, omdat ze worden geheroriënteerd
voor plattelandsontwikkeling De WHO-onderhandelaars vrezen dat Europa
niet meer van die twintig procent zal willen afwijken bij de aan de gang
zijnde onderhandelingen. Die vloeien voort uit de WHO-ministerconferentie
in Doha, waar de Europese Unie beloofde zijn landbouwsteun gevoelig te
zullen verminderen.
Alles hangt ervan af of Europa die twintig procent ziet als het
uitgangspunt of het plafond van de onderhandelingen, aldus Pérez del
Castillo. De doelstellingen van de Cairns-groep voor de Doha-ronde liggen
alvast een stuk hoger. Overigens beloofde de Europese Unie ook bij de
vorige onderhandelingen, de Uruguay-ronde, al eens de directe landbouwsteun
met twintig procent af te bouwen.
De WHO-onderhandelaars volgen ook met argwaan de Europese thematiek van
plattelandsontwikkeling , voedselveiligheid, milieubescherming en
dierenwelzijn. Gevreesd wordt dat wetgeving terzake zal resulteren in
strengere etiketteringvoorschriften en dat de hoge Europese kwaliteitseisen
zullen neerkomen op een nieuwe vorm van protectionisme. De Europese
plattelandsontwikkeling zou wel eens kunnen leiden tot onredelijke
voorschriften die nefast zijn voor onze plattelandsontwikkeling, aldus
Pérez del Castillo.