Wijst Zuid-Korea donorlanden de weg?

Nieuws

Wijst Zuid-Korea donorlanden de weg?

Wijst Zuid-Korea donorlanden de weg?
Wijst Zuid-Korea donorlanden de weg?

Suvendrini Kakuchi

28 november 2011

De schitterende kantoorgebouwen en het drukke vrachtverkeer in de Zuid-Koreaanse havenstad Busan vormen een inspirerend kader voor een internationale bijeenkomst die vanaf dinsdag de effectiviteit van ontwikkelingshulp onderzoekt. Welke lessen kunnen donorlanden leren uit het succesverhaal van Zuid-Korea?

Voor de bijeenkomst, voluit het High Level Forum on Aid Effectiveness, zijn 2500 delegatieleden uit 160 landen naar Zuid-Korea gereisd. De vergadering werkt verder op eerdere bijeenkomsten in Parijs (2005) en Accra (2008), waar donorlanden afspraken maakten om hun ontwikkelingshulp doeltreffender te maken.

Groeiwonder

Zuid-Korea groeide in minder dan vijftig jaar uit van een hulpbehoevende staat tot een van de nieuwe Aziatische donorlanden. Met forse overheidssteun en een minimum aan regels kon een handvol industriële groepen op de puinhopen van de Koreaanse oorlog uitgroeien tot machtige conglomeraten met een wereldwijde afzetmarkt.

Belangrijke troeven vormen ook de legendarische werklust van de Zuid-Koreaanse arbeiders en de fenomenale prestaties van het land op het vlak van onderwijs. Investeringen in innovatie en kwaliteit hebben bedrijven als Samsung, Hyundai en LG Electronics aan de internationale top gehouden, ondanks de toenemende concurrentie van China en andere opkomende economieën.

OESO

In 1980 bedroeg het Zuid-Koreaanse bruto binnenlands product nog maar 2300 dollar (1731 euro) per inwoner, een fractie van het cijfer dat de West-Europese landen deden optekenen. In 2010 was het Zuid-Koreaanse bbp per inwoner al aangegroeid tot 30.000 dollar (22.580 euro), vergelijkbaar met het cijfer van Frankrijk of Duitsland.

In 2010 werd Zuid-Korea lid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), lang een exclusieve club van traditionele industrielanden. Het land behoort ook tot de G20, de groep van de meest invloedrijke economieën ter wereld. Tussen 2008 en 2009 verleende Zuid-Korea al voor 1,7 miljard dollar (1,3 miljard euro) hulp aan ontwikkelingslanden.

Corruptie

Maar Zuid-Korea is meer dan zomaar een nieuw donorland, zegt Seonghoon Lee, de voorzitter van het Forum van de Civiele Samenleving van Busan, een parallelle vergadering van burgerorganisaties die vandaag wordt besloten. “Het gevaar is dat we de verwezenlijkingen van Zuid-Korea gaan beschouwen als de vrucht van hoge economische groei die mogelijk is onder een sterke regering. Zuid-Korea staat veeleer voor de vastberadenheid om onze eigen bestemming te vinden, gebaseerd op onze eigen cultuur. Dat illustreert vooral de noodzaak voor elk land om zijn eigen ontwikkeling uit te tekenen.”

De Zuid-Koreaanse burgerorganisaties plaatsen veel kanttekeningen bij het groeimodel dat hun land volgde. De verstrengeling van politieke en zakelijke belangen werkte volgens hen de corruptie in de hand en bevorderde de groei van oppermachtige conglomeraten die kleine en middelgrote bedrijven verstikten.

Vertrekken van rechten

Een van de lessen die daaruit kunnen worden geleerd, is volgens de Zuid-Koreaanse critici dat ontwikkelingssamenwerking altijd best vertrekt van de rechten van de betrokken bevolking. Een te eenzijdige focus op economische groei dreigt die de aandacht voor die rechten net te doen verdwijnen.

De bekommernissen van de Zuid-Koreaanse burgerorganisaties staan in elk geval op de agenda in Busan. Bij de vorige topbijeenkomst over de effectiviteit van ontwikkelingshulp in Accra in 2008 ging bijvoorbeeld veel aandacht naar transparantie en de rol die niet-gouvernementele organisaties kunnen spelen bij het toekijken daarop. In Busan wordt geëvalueerd of die afspraken zijn uitgevoerd en wat er beter kan.

Een nieuwe uitdaging in Busan is de opkomst van nieuwe donorlanden als China, die geen lid zijn van de OESO. Ze bieden ontwikkelingslanden kansen om hun inkomsten uit ontwikkelingshulp te diversifiëren en nieuwe samenwerkingsmodellen uit te proberen, maar dreigen sommige van de fouten te herhalen die de traditionele donorlanden vroeger maakten. China lijkt bijvoorbeeld niet geneigd de afspraken van Parijs en Accra te onderschrijven. Die pleiten voor meer coördinatie tussen de donorlanden, de afbouw van gebonden hulp en de toekenning van meer verantwoordelijkheid aan de ontvangende landen.

Selma Zijlstra brengt verslag uit vanop de Hulpconferentie in Busan met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.