Windenergie breekt alle records in Europa

Ondanks de COVID-pandemie is er vorig jaar in Europa een recordbedrag geïnvesteerd in nieuwe windmolenparken op zee. De totale investeringen van meer dan 26 miljard euro zijn goed voor 7,1 gigawatt aan nieuwe windmolens.  

Uit cijfers van de koepel WindEuropa blijkt dat Europa vorig jaar voor 2,9 gigawatt aan nieuwe windmolens op zee bouwde. Het totaal komt hiermee op 25 gigawatt. Bovendien werd er ook voor 26,3 miljard euro geïnvesteerd in toekomstige windmolenparken, vooral in Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland en Frankrijk.

‘26 miljard euro aan investeringen in 2020, dat is een enorme vertrouwensstemming voor windenergie op zee’, zegt Giles Dickson, ceo van WindEurope. ‘Investeerders zien dat windenergie goedkoop, betrouwbaar en veerkrachtig is en dat regeringen er meer van willen.’

De investeringen leveren een pak banen op, zegt Dickson. ‘Elke turbine op zee genereert 15 miljoen euro aan economische activiteit. Er werken nu 77.000 mensen in de offshore windenergie. We verwachten dat hun aantal zal groeien tot 200.000 in 2030.’

116 windmolenparken

In vijf landen kwamen er nieuwe parken bij: Nederland sloot 1493 megawatt aan op het net en finaliseerde de ontwikkeling van de Borssele Wind Farm Zone. Ook België sloot 706 megawatt aan, gevolgd door Groot-Brittannië (483 MW) en Duitsland (219 MW)

Polen is een belangrijke nieuwe speler

Daarmee heeft Europa nu 116 windmolenparken op zee in twaalf landen. Groot-Brittannië is nog koploper met 40 procent van de capaciteit, maar er verschijnen nieuwe spelers op het toneel. Zo zal Frankrijk eindelijk starten met de bouw van het eerste windmolenpark, dat tegen 2023 klaar moet zijn. Frankrijk plant ook vier kleinere, drijvende windmolenparken. 

Niet enkel de Noordzee

Polen is een belangrijke nieuwe speler: het land mikt op 28 gigawatt aan offshore windmolenparken tegen 2050 en sloot een akkoord af met acht Baltische landen om samen te werken rond windenergie op zee. In de Middellandse Zee plant Griekenland projecten. 

‘Offshore wind gaat niet langer enkel om de Noordzee’, zegt Dickson. ‘Het wordt in sneltempo een pan-Europees verhaal nu meer en meer landen projecten starten. Polen, Spanje, Griekenland, Ierland en de drie Baltische staten: ze hebben allemaal plannen. En de snelle ontwikkelingen op het vlak van drijvende windmolenparken zullen ons helpen projecten te ontwikkelen in de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.’

Ook technologisch gaat het snel. De gemiddelde grootte van een turbine is nu meer dan 8 megawatt, maar een speler als General Electric verkoopt modellen van 13 megawatt als zoete broodjes en ook Siemens heeft een nieuw model van 14 megawatt aangekondigd.