Wyclef Jean bij de spits af op Couleur Café
Olivia U. Rutazibwa
28 juni 2013
Op vrijdag 28 juni start het driedaagse Brusselse muziekfestival Couleur Café met een affiche om u tegen te zeggen. Groten als Neneh Cherry, Nneka, Aloe Blacc, Kery James, Trixie Whitley, Jimmy Cliff en Wyclef Jean bijten de spits af. MO* sprak met ex-Fugee, acteur, politicus, producer en auteur Wyclef over muziek, revolutie en zijn thuisland Haïti. Een voorsmaakje.
Zowel in uw muziek als in uw politieke en humanitaire activiteiten staat uw geboorteland Haïti vaak centraal. Wat betekent deze plek voor u?
Jean: Net zoals wanneer mensen als Snoop Dogg of Bob Marley constant zingen over de plek waar ze vandaan komen dit de mensen zin heeft doen krijgen om Los Angeles of Kingston te ontdekken, zo wil ik ook dat mensen naar Haïti komen om het met hun eigen ogen te ontdekken. Wat Haïti voor mij betekent kan ik het best uitleggen aan de hand van het nummer Diallo dat ik ooit maakte. Het gaat over een Afrikaanse man op wie in New York 41 kogels werden afgevuurd door de politie toen hij naar zijn portefeuille greep. De radio weigerde om het nummer te draaien omdat het heel revolutionair was. Op dezelfde manier dat ik me inliet met Diallo, zo speelden we met de Fugees ook tijdens het Tibetaans vrijheidsconcert. Telkens ik dus Haïti zeg, denk ik nooit specifiek aan een eiland in de Caraïben. Wat me bezig houdt is het sturen van een boodschap over het feit dat het in 1804 de eerste vrije zwarte staat van de wereld was. Ik wil dat Europa zich dit herinnert, maar ook Afrika, dat Haïti een plek is waar haar zonen en dochters naartoe gesleept waren, die nooit voor iemand door de knieën is gegaan.
Vandaag is Haïti vooral gekend door de vele rampen en de armoede en hongersnood. Na de aardbeving van 2010 is het eiland overspoeld door heel wat slecht georganiseerde hulp. Wat is uw kijk hierop?
Jean: Ik ben een student van Fela Kuti. Die stond vaak kritisch tegenover hulp omdat het landen vaak meer slecht dan goed doet. Ik ben niet tegen hulp, maar het is belangrijk dat als we hulp bieden dat die progressief is. Dat betekent niet ergens voor 20-25 jaar uw tenten opslaan een zakken rijst uitdelen. Stel dat je een schooltje wilt bouwen, en je zet het gebouw, zonder ventilatie, waar honderden kinderen samen moeten zitten, en je zet er ook nog een computer in. Dan heb je in feite geen school gebouwd. Je hebt de façade van een school gebouwd, om zelf goed voor de dag te komen. Het is belangrijk om ook de context mee te nemen in wat je doet. Als je een school hebt, maar de kinderen zijn uitgehongerd, dan haalt het niets uit wat ze zullen niet in staat zijn om te studeren. Als er geen aandacht is voor de progressieve vorm van hulp, dan is het net zoals geld uit de hemel strooien. Dat geld is verdwenen tegen dat het de grond bereikt.
In uw boek Purpose noemt u zichzelf een revolutionair. Wat betekent de revolutie voor u?
Jean: De betekenis van het woord verandert van generatie op generatie. Toen Che Guevara ‘lang leve de revolutie’ zei, bedoelde hij uiteindelijk dat, wat er ook gebeurt, mensen op een dag uiteindelijk vrij zullen zijn. Vandaag in 2013 zijn er wat mij betreft twee soorten revoluties. We kunnen geen gewapende revolutie meer hebben vandaag. Telkens de wapens worden opgenomen, vallen er duizenden slachtoffers. Maar we kunnen een muziekrevolutie hebben. Niet in de naïeve zin van het woord. Als ik zou geloven dat muziek de wereld kon veranderen, dan zou ik niet geprobeerd hebben om de president van mijn land te worden. Muziek in de zin dat kunst en sport er in slagen om de aandacht van jongeren te vangen. Als je van het getto bent en je speelt voetbal, en je scoort, of je kijkt naar een match tussen Spanje en Haïti, of Italië en Haïti, zolang de match duurt is iedereen bevangen door die voetbal. De bal zelf is zo het startpunt van een mentaliteitswijziging. Wanneer ik het dus over een revolutie heb, heb ik het over een andere manier van denken, eerder dan een gewapende revolutie.
Hoe vult u dit persoonlijk in?
**Jean:**Ofwel sta je voor iets ofwel voor niets. Elke dag herinner ik mezelf eraan dat het leven erg kort is. Na enkele seconden is het alweer voorbij. Er zijn 24 uur in een dag, en de vraag die ik me steeds stel is: wat is mijn bijdrage vandaag? Van zo gauw ik wakker word, heb ik ongeveer twaalf uur om een indruk na te laten. Van dan af denk ik niet in termen van: ‘ik ga een nummer in elkaar steken, of ik kom op tv’, maar eerder over manieren om een bijdrage te leveren aan de mensheid. Het is niet gemakkelijk, soms wou ik graag op een andere manier in het leven staan want het legt heel wat stress op mijn hersenpan. Soms vergeet ik zelfs om simpelweg plezier te hebben. (lacht)
U richt zich op het revolutionair potentieel in de kunsten en muziek in het bijzonder. Tegelijkertijd zien we dat via de commercialisering, de markt heel wat van dat potentieel naar zich toe heeft weten te trekken.
Jean: Er is niets nieuws onder de zon. Of we het nu over kunst, muziek, sport of literatuur hebben, los van de miljarden die de grote bedrijven ermee willen maken, zijn er steeds jongeren die dit overstijgen. We zitten in een nieuwe generatie, dus we moeten vernieuwing omarmen. Ik had het er onlangs nog over met vrienden. Als ik op straat loop zijn er jongeren van 19 die ‘Yo Wyclef’ roepen, terwijl ik 42 ben. Toen wij met de Fugees opkwamen was bijvoorbeeld ook Jay-Z al even bezig. Er waren honderden groepen die uitkwamen toen, en als ik er bij stilsta hoeveel van hen vandaag nog relevant zijn, kom ik maar op zes of zeven uit. Hetgeen dat we allemaal delen is het feit dat we evolutie omarmen. Jay-Z zegt: ‘Als je de oude Jay-Z goed vindt, ga dan die oude albums kopen. Maar het is een nieuwe dag, en dat is wat ik vandaag doe.’ Zo is het ook voor mij altijd geweest. Zo zag ik dat Lil’ Wayne elke week een nieuwe mixtape uitbrengt, dus ik besliste om zelf ook een mixtape uit te brengen met 33 nummers. Die is intussen op minder dan een maand een half miljoen keer gedownload. Dat was me niet gelukt als ik zou zijn gestopt met muziek. Hiermee bedoel ik, stoppen met luisteren naar muziek, op zoek gaan naar wat ‘hot’ is in Brazilië, Columbia of New York. Het valt me op dat de mensen van mijn generatie, die vandaag niet populair zijn, vaak de schuld steken op het systeem, op de commercialisering. Welnu, Kendrick Lamar komt uit de bende-cultuur en zelfs hij is er in geslaagd om hieruit op te staan. In feite zitten we in het beste tijdperk voor muziek. Ooit draaide het allemaal om de radio en muziekvideo’s. Nu zet je simpelweg je computer op en kan je muziek van eender wie en waar googlen. Het is werkelijk de beste tijd voor muziek.
Lees het volledige portret van Wyclef Jean in het september nummer van MO*.