Zambia sluit de ogen voor aidswezen

Nieuws

Zambia sluit de ogen voor aidswezen

Danstan Kaunda

28 januari 2009

Zambia telt honderdduizenden kinderen die hun ouders verloren hebben door aids. Tegen 2010 loopt hun aantal op tot anderhalf miljoen, schatten het VN-Kinderfonds Unicef en andere hulporganisaties. De Zambiaanse regering houdt het bij veel lagere cijfers en zet dan ook niet alle zeilen bij om de kinderen op te vangen.

Zambia meldde in 2007 dat er maar 85.000 wezen in het land leefden, maar dat  lijkt een zware onderschatting. UNAIDS, het VN-agentschap dat de strijd tegen aids coördineert, gelooft dat het land ongeveer 600.000 aidswezen telt. Een forse toename van dat aantal in de nabije toekomst lijkt nauwelijks te vermijden. In het land zijn ongeveer een miljoen volwassenen besmet met hiv, het virus dat aids veroorzaakt. Dat is 15 procent van de actieve bevolking. Slechts iets meer dan de helft van de Zambiaanse seropositieven die er nood aan hebben, heeft toegang tot aidsremmers.

Wezen en kinderen die bijzonder kwetsbaar zijn omdat hun ouders ziek zijn, lijden vaak honger en krijgen minder geneeskundige verzorging. De kans dat ze de school afmaken is kleiner en ze worden vaak mishandeld of misbruikt.

Druppel op hete plaat

In 2006 lanceerde de Zambiaanse regering een project om straatkinderen de kans te geven een beroep te leren. Tot hiertoe hebben ongeveer 1200 kinderen uit de sloppenwijken van Lusaka en uit drie steden in de koperstreek met succes een opleiding als schrijnwerker of kleermaker afgemaakt.

Een druppel op een gloeiende plaat, zeggen critici. Bovendien kunnen de jongeren die een opleiding volgden niet rekenen op steun om werk te vinden of een eigen zaak te beginnen. Veel afgestudeerden belanden daardoor gewoon weer op straat. Godfridah Sumaili, de voorzitter van het Zambiaanse Children In Need Network, vindt dat de hulp beter doordacht moet worden en veel grootschaliger moet worden aangepakt. Het netwerk oordeelt ook dat de betrokken kinderen betrokken moeten worden bij de uitwerking van steunmaatregelen.

Mwale Katete, een projectbegeleider in het ministerie van Jongeren, Sport en Ontwikkeling van Kinderen, zegt dat het oneerlijk is de overheid alle schuld toe te schuiven. Hij klaagt dat regeringsinitiatieven te weinig steun krijgen uit het middenveld.